Hoofdaanklaagster Fatou Bensouda van het Internationaal Strafhof maakte in december bekend een onderzoek te zullen instellen naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden, begaan in door Israël bezet gebied. Ze maakte één voorbehoud: ze wilde zekerheid over de rechtsbevoegdheid van het Hof in het gebied en vroeg een speciale Kamer van het Hof daar binnen 120 dagen een juridisch oordeel over te vellen.
Op 22 januari werd bekend dat die termijn om bureaucratische redenen mogelijk wordt overschreden, misschien zelfs met enkele maanden.
Premier Netanyahu wil dat er internationale sancties komen tegen het Internationaal Strafhof. Dat Strafhof is van plan onderzoek in te stellen naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden. ‘Puur antisemitisme’, volgens Netanyahu. Hij noemde het voornemen van Bensouda ‘een frontale aanval op de democratie’. Die aanval is volgens hem tweeledig: het is ‘zowel een aanval op het recht van democratieën om zich te verdedigen, als op het recht van het joodse volk om in zijn voorouderlijk thuisland te leven, het land Israël’.