Soldaten beschrijven hoe in de Gaza-oorlog het stelen van Palestijnse eigendommen routine is geworden. Commandanten grijpen niet in.
In november van het afgelopen jaar was de Palestijnse zanger Hamada Nasralla geschokt toen hij een Tik-Tok-filmpje ontdekte van een soldaat die de gitaar bespeelt die zijn vader 15 jaar eerder voor hem had gekocht. Andere video’s die in de voorbije maanden naar sociale media zijn geüpload, laten Israëlische soldaten zien die pochen over het vinden van polshorloges, het uitpakken van iemands collectie voetbalshirts en het stelen van tapijten en sieraden.
Soldaten die terugkeerden van gevechten in de Gazastrook bevestigen tegenover +972 Magazine dat het fenomeen alomtegenwoordig is en dat hun commandanten het in veel gevallen toelaten. Mensen nemen dingen mee: mokken, boeken, enz. als een souvenir.
Er waren geen briefings over het plunderen, niet voor de inval, noch tijdens de grondoperatie.
‘De sergeant-majoor van de compagnie deelde Koran-studieboeken uit die hij had gevonden en gaf ze aan wie ze maar wilde hebben. Een andere soldaat nam een set koffiekopjes, een dienblad en een koffiepot mee. Er werd een motor meegenomen van een speciale eenheid van Hamas. De soldaat die ermee kwam, sprak erover hoe hij hem zou opknappen.’
Een enkele soldaat heeft zich uitgesproken tegen de plunderingen: “Voor mij geldt hier: nee en nog eens nee. Niemand hield echter toezicht op de soldaten”. Hij tracht met wisselend succes anderen te overtuigen om meegenomen spullen alsnog in de Gazastrook achter te laten.
De woordvoerder van het Israëlische leger verbloemt alles: “De IDF bekijken elk geval serieus waarin soldaten handelen in strijd met de geest van de IDF. Dit met inbegrip van gevallen waarbij onwettig eigendom is toegeëigend”.
Soemoed, sept-okt 2024, 29-31