Mijn naam is Luma Abu Raham en ik ben 11 jaar oud en kom uit Palestina.
Ik ben van Bil’in en mijn dorp heeft jouw hulp nodig. Het Israëlische leger nam ons land af, bezette het en bouwde kolonies en een muur zodat wij er niet meer heen kunnen gaan. Het land was van onze gootvaders en zij werkten er heel hard op en wij willen er verder op werken en het verbeteren.
We begonnen met betogingen om ons land terug te krijgen. Omdat we betoogden om ons land terug te krijgen schoot het leger op ons, doodde en arresteerde ons. Wanneer mijn vader gearresteerd was bleef hij één jaar en acht maanden in de gevangenis omdat hij deelnam aan de organisatie van de betogingen. Tijdens die tijd mocht ik hem maar twee keer bezoeken. Ik was toen acht jaar oud en ik vond het heel erg wanneer mijn vader in de gevangenis was. Geen enkel kind wil ver weg zijn van zijn vader omdat familie alles is in het leven.
Wanneer mijn vader in de gevangenis was bad ik elke dag dat hij vrij zou worden gelaten. Vroeger was ik bang om naar de betogingen te gaan, maar wanneer ik mijn vader bezocht maakte hij grapjes en zei hij, ‘Waarom ga je niet in mijn plaats naar de betogingen?’ Omdat mijn vader ons land beschermde en ik alles voor hem wou doen ging ik naar de betogingen en zag ik hoe de soldaten de demonstranten behandelen en hoe ze op ons schieten. Eerst was ik bang, maar ik werd eraan gewoon en dus ging ik elke week naar de betoging.
Wij zullen ons blijven verzetten zolang Israël onze grond bezet. G4S werkt in Israëlische gevangenissen waar onze gevangenen lijden. Vraag alsjeblieft aan jouw familie om Israël niet te helpen om onze gevangenen te folteren.