Op 16 juli presenteerde prof. Michael Lynk zijn jaarlijkse rapport aan de VN-Mensenrechtenraad over de mensenrechtensituatie in de Palestijnse bezette gebieden. Het is een indrukwekkend rapport dat alle aspecten van de Israëlische bezetting documenteert. Voor zijn onderzoek mocht de speciale rapporteur de bezette Palestijnse gebieden niet bezoeken.
Het is onmogelijk om een volledige samenvatting te geven van het rapport, omdat het rapport al een samenvatting is.
We lichten er een paar punten uit.
Het rapport gaat in op het tegenwerken en bedreigen van voor Israël ongewenste verdedigers van mensenrechten (3,4). Activisten lopen gevaar gevangen genomen te worden. Ze worden fysiek bedreigd en ze kunnen slachtoffer worden van lastercampagnes. Ze worden beperkt in hun bewegingsvrijheid en het bezoeken van bijeenkomsten. Buitenlanders die zich uitgesproken hebben vóór BDS, wordt de toegang tot het Israëlische grondgebied en de Palestijnse gebieden ontzegd.
Willekeurige arrestaties vormen een groot probleem (5). Een onafhankelijke rechterlijke macht is de hoeksteen van een democratische rechtsstaat. In maart 2020 waren er ongeveer 5000 Palestijnse politieke gevangenen en 432 administratieve gevangenen (gevangenen zonder officiële beschuldiging). Dit laatste is fundamenteel in strijd met wereldwijd erkende juridische beginselen. Mishandeling en marteling zijn schendingen van de Rechten van de mens. Sinds 1967 stierven er 222 gedetineerden in Israëlische gevangenissen.
Onmenselijk is het dat Israël stoffelijke overschotten van Palestijnen niet terug geeft aan de familie (17,18). In oktober 2019 ging dat over 52 gevallen. Het internationaal recht bepaalt dat de overblijfselen van dode strijders met respect en waardigheid moeten worden behandeld. Bij een militaire bezetting moet de bescherming van de bevolking extra gegarandeerd worden. Israël doet het tegenovergestelde als het vanuit zijn machtspositie mensen kwetst en vernedert.
bron
afbeelding: met dank aan Carlos Latuff