Een kussensloop. Dat is wat soldaten over het hoofd van Ayman Abu Alia uit het dorp Mughayir deden tijdens zijn arrestatie, 40 dagen nadat andere soldaten (of wie weet, misschien waren het dezelfden) zijn 15-jarige zoon Ali doodden. Ik verslikte me in dit specifieke detail, dat Nihad, de rouwende moeder, zich herinnerde alsof het een overweging achteraf was. Een kussensloop. Wat is huiselijker dan dat?
De rouwende vader, overspoeld door pijn over zijn dode zoon, werd voor zonsopgang door de donkere straten geleid. Misschien was de witte kussensloop het enige wat de andere dorpelingen konden zien toen ze uit hun ramen gluurden. Vierentwintig inwoners van Mughayir en Kafr Malik werden gearresteerd op die vroege ochtend van 14 januari. Tien van hen werden een paar uur later vrijgelaten, waaronder Abu Alia.
Het Israëlisch leger en de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet zeiden openlijk dat de arrestaties als doel hadden de bewoners de lust te ontnemen te protesteren tegen de oude en nieuwe buitenposten van kolonisten, die het hele gebied straffeloos terroriseren. Twee jaar geleden openden Israëli’s, die naar beneden kwamen uit de steeds groter wordende buitenpost van Adei Ad, het vuur op boeren uit Mughayir. Negen mensen raakten gewond. Een tiende, Hamdi Na’asan, stierf aan zijn verwondingen. De moord heeft de rechtbank nooit gehaald.
Honderden Israëlische soldaten met de leeftijd van 19 tot 21 jaar worden elke nacht ingezet voor het uitvoeren van staatsterreur, wanneer ze inbreken in Palestijnse huizen op de Westelijke Jordaanoever, zonder bevel van een rechter of toezicht van een instelling die geen belanghebbende partij is (zo’n instelling bestaat niet). Het gezag is een militair bevel van 54 jaar geleden, toen we dachten dat de bezetting tijdelijk was. We hebben ons vergist, en nu is het niet meer mogelijk om onze samenleving te begrijpen zonder rekening te houden met de tienduizenden Israëli’s die, met het gevoel daar recht op te hebben, zulke gewelddadige inbreuken op de privacy van miljoenen Palestijnen plegen.
Israël geeft deze jonge soldaten zoveel macht. Ze trappen deuren in of breken ze af met een enorme explosie die de slaap verstoort van de mensen die in het huis wonen. Met geroep en geschreeuw plunderen ze de kamers; met op het doel gerichte geweren halen ze de kinderen, de ouderen en de jongeren uit hun bed. Stel je voor, de grote helden, zwaar bewapend, soms met een hond op sleeptouw, met een helm op, zo staan ze voor de bewoners in pyjama. Ze zetten het gezin in één of twee kamers. Soms arresteren ze onmiddellijk, soms gooien ze de laden met handdoeken en ondergoed overhoop, of ze schieten gaten in de matrassen. Soms gieten ze de inhoud van suiker- en rijstzakken uit. Soms nemen ze het huis over en veranderen het in een militaire post. Ze blaffen bevelen, ze roepen “stil”. Soms nemen ze de mensen mee naar buiten in de kou.
“Op vrijdag zijn jullie helden in jullie betogingen, maar hier zijn jullie meisjes,” zo bespotte een Shin Bet coördinator de (mannelijke) gedetineerden uit Mughayir en Kafr Malik, nadat iemand had durven zeggen dat hij het koud had. Je hoeft geen expert te zijn op het vlak van gender om de grenzen van de wereld waarin Shin Bet opereert te begrijpen. De gedetineerden moesten gaan zitten op de binnenplaats, geblinddoekt, met de polsen geboeid. Toen iemand iets zei tegen de man naast hem, kwam er een soldaat en sloeg hem. Van tijd tot tijd trok een soldaat iemands handboeien strakker, zodat het meer pijn deed.
Het pogrom-achtige geweld van de “jongeren van de heuveltop” (de kolonies bevinden zich op de heuveltoppen van de Westelijke Jordaanoever), dat de afgelopen weken nieuwe hoogtes heeft bereikt, is schokkend. Maar wat is de reactie van ons leger als kolonisten amok maken? Het leger staat niet alleen niets te doen, het voert integendeel meer plunderingen uit op dorpen die durven in te gaan tegen de losgeslagen menigte.
Vertaald extract uit artikel van Amira Hass in Haaretz