Ⓒ Foto:Palestina Solidariteit, ID controle Jeruzalem
De verdrijving van Palestijnse inwoners, het permanente Israëlisch geweld en andere factoren hebben in Oost-Jeruzalem geleid tot een explosieve situatie, die zich inmiddels tot ver buiten de stad uitstrekt. Decennia van kolonisering hebben een rampzalige situatie opgeleverd.
De afgelopen dagen is in Oost-Jeruzalem de spanning geëscaleerd die zich afgelopen weken heeft opgebouwd tussen de Israëlische autoriteiten, politie, groepen rechtse nationalisten en kolonisten enerzijds, en de lokale Palestijnse bevolking anderzijds. Het weekend van 7, 8 en 9 mei, en ook al daarvoor, vonden harde botsingen plaats in de wijk Sheikh Jarrah, bij de Damascuspoort en in andere delen van de Oude Stad.
Op media zoals Middle East Eye, dat eigen verslaggevers ter plaatse heeft, is een aaneenschakeling te zien van video’s waarin zwaar bewapende Israëlische troepen grof geweld gebruiken tegen Palestijnen, die vanwege het einde van de vastenmaand Ramadan juist massaal bijeenkomen. 7 mei bestormden Israëlische troepen zelfs de voor moslims heilige Al-Aqsa-moskee. Aan Palestijnse zijde werden circa 290 gewonden gemeld, van wie er ruim honderd in ziekenhuizen moesten worden opgenomen. Ook 18 Israëlische politieagenten raakten gewond. Die aantallen liepen verder op.
Sheikh Jarrah
De belangrijkste aanleiding tot de onlusten ligt in de wijk Sheikh Jarrah, even ten noorden van de Oude Stad, waar vier Palestijnse families acuut op straat dreigen te worden gezet ten gunste van Israëlische kolonisten. In de wijk wacht in totaal 78 families dit lot. Simultaan vindt hetzelfde proces van huisuitzettingen plaats in andere wijken van Oost-Jeruzalem, waaronder Silwan.
De Palestijnse families in Sheikh Jarrah maken deel uit van (nazaten van) de circa 750 duizend Palestijnen die in 1948-49 door joodse milities op de vlucht werden gejaagd of verdreven uit hun woonplaatsen binnen het huidige Israël. Nadat Israël hen het recht van terugkeer naar hun woonplaatsen en bezittingen ontzegde, werden 28 families in 1956 gehuisvest in het onder Jordaans gezag staande Palestijnse Oost-Jeruzalem. Hier faciliteerde de VN-organisatie UNRWA de bouw van woningen op door Jordanië beschikbaar gesteld land. Het is deze, sindsdien toegenomen, gemeenschap die nu in Sheikh Jarrah uit haar huizen dreigt te worden gezet.
Joodse meerderheid
Cruciaal hierin was de bezetting in 1967 door Israël van Oost-Jeruzalem, samen met de Westbank en de Gazastrook. Die vormde het startschot van de Israëlische politiek om in Oost-Jeruzalem een ‘joodse meerderheid’ tot stand te brengen. Sindsdien wordt het stadsdeel agressief gekoloniseerd. Israël heeft intussen ruim 225 duizend burgers naar Oost-Jeruzalem overgebracht (cijfers 2019), tegen het internationaal recht in.
Daarnaast worden Palestijnse inwoners door Israël op alle denkbare manieren de stad uitgedreven: het intrekken van vergunningen, landconfiscatie, huisuitzettingen, afbraak van woningen, de aanleg van parken en archeologische zones op Palestijns land of tussen Palestijnse gemeenschappen, die zich daardoor niet kunnen uitbreiden. In 2017 was ruim 14 000 Palestijnen het inwonerschap van Oost-Jeruzalem ontnomen, en waren ruim 2000 Palestijnse woningen gesloopt. Het huidige aantal Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem bedraagt circa 350 000.
De huisuitzettingen in Sheikh Jarrah, Silwan en andere wijken passen in deze praktijk van etnische zuivering, die tot doel heeft het Palestijnse deel van de bevolking van Jeruzalem te vervangen door joods-Israëlische kolonisten. Daarover wordt niet geheimzinnig gedaan.
De Israëlische regering heeft elke verantwoordelijkheid voor de huidige escalatie van de hand gewezen met de bizarre redenering dat rond de huisuitzettingen sprake is van een ‘privaat geschil’, dat door de Palestijnen wordt gebruikt om herrie te schoppen. Zondag paaide premier Netanyahu zijn rechtse bondgenoten met de belofte dat Israël zal doorgaan met het koloniseren van Oost-Jeruzalem.
‘Pogrom’ als voorproefje
Diezelfde houding leidde minder dan drie weken geleden tot een voorproefje van wat de Palestijnen mogelijk te wachten staat, toen de ultra rechts-nationalistische organisatie Lehava toestemming kreeg voor een massale demonstratie in Oost-Jeruzalem onder het motto ‘herstel van Joodse waardigheid’. Locoburgemeester King zette de toon met de oproep aan de politie om Palestijnse demonstranten die ‘s nachts op straat waren dood te schieten.
Aldus zette zich op 22 april een horde aan extremistische Israëli’s in beweging onder uitroepen als ‘Dood aan de Arabieren’ en ‘We branden je dorp af’. Ondanks pogingen van de Israëlische politie om hen tegen te houden, werden op talloze plaatsen Palestijnen aangevallen, huizen binnengedrongen, en keerde ook de politie zich met grof geweld tegen de Palestijnen. Gevolg: 105 gewonde Palestijnen, van wie er 22 moesten worden opgenomen, en twee gewonde Israëli’s. Vijftig personen werden gearresteerd, de meesten Palestijn. Diverse media berichtten over de Lehava-actie als een ‘pogrom’.
In de avonden daaraan voorafgaand liepen groepen Israëlische Joden ook al door het stadscentrum, ‘Dood aan de Arabieren’ scanderend, en Palestijnse voorbijgangers bekogelend met stenen en traangas. Een getuige zag een groep van zestig Joden die ‘op zoek waren naar Arabieren’ en willekeurige Palestijnen aanvielen. Binnen de groep werd met trots verteld dat ‘ze acht Arabieren hebben gegrepen’ en er ‘één bijna hebben vermoord’.
Bron: Escalatie in Oost-Jeruzalem houdt grote risico’s in – The Rights Forum