Met het recente geweld tegen critici en demonstranten toont de Palestijnse Autoriteit eens te meer een repressief regime dat legitimiteit ontbeert. Veel Palestijnen zien hun bestuur als een verlengstuk van de Israëlische bezetting. Steeds luider klinkt hun protest en de oproep aan de EU om de steun aan de PA te bevriezen.
Genoeg is genoeg. Met die boodschap gingen op de Westbank de afgelopen weken vele duizenden Palestijnen de straat op om te protesteren tegen hun autoritaire en ondemocratische bestuur, de Palestijnse Autoriteit. Tijdens grote en kleine demonstraties in steden als Ramallah, Hebron en Bethlehem klonk luid de roep om hervormingen en het opstappen van Mahmud Abbas, de Palestijnse president.
Hardhandig neergeslagen
De PA deed haar reputatie eer aan door de veiligheidsdiensten hardhandig te laten ingrijpen. Naast de inzet van traangas en soortgelijke middelen werden demonstranten in elkaar geslagen en opgepakt, zowel door geüniformeerde politie als door agenten in burger die zich tussen de demonstranten hadden gemengd. Dit is een praktijk die lijkt te zijn afgekeken van de Israëlische undercover-eenheden (mista’arvim) die, uitgedost als Palestijnen, op de bezette Westbank actief zijn. In sommige gevallen werd een tegendemonstratie georganiseerd die tot botsingen leidde, wat de veiligheidsdiensten het excuus gaf om in te grijpen.
Ook Palestijnse journalisten die verslag deden van de demonstraties deden werden hard aangepakt; een tweede overeenkomst met het Israëlische optreden op de Westbank. Journalisten werden geslagen en bedreigd, telefoons en andere apparatuur in beslag genomen en in sommige gevallen vernield. Het leidde tot protesten van journalisten, onder andere bij het VN-kantoor in Ramallah.
Nadrukkelijk richtten de veiligheidsdiensten zich ook tegen vrouwelijke journalisten en demonstranten. Velen kregen te maken met verbale seksuele intimidatie. Ook zij lieten het er niet bij zitten. Tijdens een persconferentie in het kantoor van de mensenrechtenorganisatie Al-Haq in Ramallah hekelde een aantal van hen de Palestijnse Autoriteit en het optreden van de veiligheidsdiensten. Zij kregen brede bijval uit de Palestijnse samenleving.
De dood van Nizar Banat
Directe aanleiding voor de demonstraties was de dood van de prominente activist Nizar Banat. Die werd vanwege zijn harde kritiek op Abbas en de Palestijnse Autoriteit veelvuldig opgepakt en meermalen in de cel gezet. In de vroege ochtend van 24 juni vielen meer dan twintig politiemensen de woning in Hebron binnen waar hij bij familie verbleef. Na zwaar te zijn mishandeld werd Banat afgevoerd. Kort daarop maakte de PA bekend dat hij was gestorven.
Of het de bedoeling was Banat te doden is maar de vraag. Haaretz-journaliste Amira Hass, die op de Westbank woont en als deskundige van de Palestijnse machtsverhoudingen geldt, meent dat de PA hem op het hoofdkwartier in Hebron opnieuw een lesje wilde leren, wilde vernederen. Banat was vermoedelijk al dood voor hij daar aankwam.
Geschrokken kondigde de PA direct een onderzoek naar de dood van Banat aan. Volgens Hass zijn kort daarop 14 mensen gearresteerd die verdacht worden van betrokkenheid bij het geweld tegen de activist. Nabestaanden en sympathisanten van het slachtoffer hebben echter geen enkel vertrouwen in het onderzoek van de autoriteiten; volgens hen hebben die juist de dood van Banat op hun geweten. Zij willen dat er een internationaal onderzoek wordt ingesteld.
Ondemocratisch en autoritair
De dood van Banat was de druppel die de emmer deed overlopen. Met de demonstraties kwam een lang opgebouwde onvrede over de Palestijnse Autoriteit tot uitbarsting. Uit opiniepeilingen van het Palestinian Center for Policy and Survey Research (PCPSR) blijkt al jaren dat veel Palestijnen het regime van Abbas en de PA zat zijn. Maar liefst 84 procent meent bovendien dat er binnen de PA sprake is van corruptie.
Het ondemocratische karakter van de PA is niet over het hoofd te zien. De laatste verkiezingen dateren van 2006 en het Palestijnse parlement is sinds 2007 buiten werking. Meermalen werden verkiezingen aangekondigd, die vervolgens steevast werden uitgesteld. Dit jaar herhaalde zich dat: De voor 22 mei aangekondigde parlementsverkiezingen werden eind april door Abbas voor onbepaalde tijd verdaagd. Banat was kandidaat voor een met Abbas’ Fatah-partij rivaliserende partij.
In de opiniepeiling spreekt 65 procent van de Palestijnen zich tegen het uitstel uit, terwijl 72 procent wil dat er zo snel mogelijk alsnog verkiezingen worden georganiseerd. Twee op de drie ondervraagden meent dat Abbas en zijn Fatah, de voornaamste factie binnen de PA, uit eigenbelang tot uitstel besloten. Zij zouden verlies vrezen.
In zijn jaarrapport 2020 levert Amnesty International bikkelharde kritiek op het regime: het schendt de vrijheid van meningsuiting en vergadering, gebruikt geweld tegen journalisten, treedt hard op tegen mensen met afwijkende meningen en zet politieke tegenstanders gevangen, vaak zonder aanklacht of proces (‘administratieve detentie’). Mishandeling en marteling van gedetineerden komt voor en blijft onbestraft, en de veiligheidsdiensten gebruiken onnodig en buitensporig geweld.
Legitimiteit verspeeld
De legitimiteit van de Palestijnse Autoriteit is om nog een andere reden in het geding. De PA werd in 1994 in het kader van de Oslo-akkoorden in het leven geroepen als een Palestijns interim-bestuur met beperkte bevoegdheden op de door Israël bezette Westbank. De Westbank werd tijdelijk in drie sectoren gesplitst. Het zogeheten A-gebied (18 procent) kwam onder PA-gezag, het B-gebied (22 procent) onder Palestijns civiel gezag en Israëlisch veiligheidsgezag, en het C-gebied (60 procent) bleef voorlopig onder Israëlisch bestuur.
Na een overgangsfase van vijf jaar, waarin Israël en de PA hun resterende geschilpunten in onderhandelingen zouden oplossen en Israël geleidelijk meer gebied zou overdragen, zou de weg vrij zijn voor een vredesakkoord tussen twee onafhankelijke staten: Israël, binnen de bestandslijn van 1949 en Palestina, bestaande uit de Westbank en de Gazastrook, met Jeruzalem als gedeelde hoofdstad.
In 1997 zette Israël de gebiedsoverdracht echter stop. De door veel Palestijnen hoopvol tegemoetgeziene tweestatenoplossing is uitgebleven. Israël heeft de bezetting voortgezet en van de gelegenheid gebruikgemaakt het aantal Israëlische kolonisten in Oost-Jeruzalem en het C-gebied ruim te verviervoudigen. In Palestijns gebied wonen inmiddels driekwart miljoen Israëli’s in enkele honderden illegale ‘kolonies, en Israël maakt er geen geheim van dat het heel historisch Palestina blijvend wil overheersen, from the river to the sea. Terwijl de Palestijnse bevolking concludeerde dat ‘Oslo’ hen van de wal in de sloot had gebracht, bleef de Palestijnse Autoriteit trouw aan de veiligheidssamenwerking met Israël, waaraan ze door de Oslo-akkoorden gebonden is.
‘Dubbele bezetting’
Veel Palestijnen zijn de PA gaan beschouwen als een corrupt verlengstuk van Israëls bezettingsregime, een ‘onderaannemer van het Israëlische leger en de Israëlische veiligheidsdiensten’, zoals Amira Hass het uitdrukt. In hun visie knapt de PA een deel van het vuile werk van de bezetter op, met dezelfde methoden. Activisten die voor hervormingen pleiten spreken van een ‘dubbele bezetting’.
Een flink aantal toonaangevende Palestijnse organisaties heeft op 25 augustus de Palestijnse Autoriteit beschuldigd van tirannie en een autoritaire houding.
Tot de ondertekenaars horen onder andere: Al-Haq, Addameer, Al Mezan, Defense for Children – Palestine, Palestijns Centrum voor Mensenrechten (PCHR), SHAMS en de PWWSD.
Uit dit artikel van The Rights Forum.