© DCI
De Israëlische minister van Defensie Benny Gantz heeft zes prominente Palestijnse maatschappelijke organisaties op de nationale terrorismelijst geplaatst. De organisaties zijn gevestigd in door Israël bezet Palestijns gebied. Ze bieden steun aan de onder bezetting levende Palestijnse bevolking en documenteren de Israëlische schendingen van Palestijnse (mensen)rechten. De organisaties lopen nu het risico dat hun kantoren gesloten en hun activiteiten verboden worden.
De getroffen organisaties zijn Addameer, Al-Haq, Bisan, Defense for Children International-Palestine (DCI-P), de Union of Agricultural Work Committees (UAWC) en de Union of Palestinian Women Committees (UPWC). De Israëlische krant The Jerusalem Post haalt een verklaring van Israëls ministerie van Justitie aan waarin nog een zevende organisatie – Samidoun – wordt genoemd.
Volgens minister Gantz zijn de organisaties onderdeel van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), een marxistische politieke partij en verzetsorganisatie met een gewapende vleugel die in Israël, de VS en de EU op terrorismelijsten staat. Hun werkzaamheden zouden een dekmantel zijn voor activiteiten ten behoeve van de PFLP.
Een antiterrorisme-wet uit 2016 biedt Israëlische autoriteiten de mogelijkheid organisaties die op de terrorismelijst staan hard aan te pakken. De autoriteiten kunnen hun activiteiten verbieden, hun kantoren sluiten, hun bezittingen in beslag nemen en hun medewerkers oppakken en voor drie jaar achter de tralies zetten. Hoewel het binnenlandse wetgeving betreft, hanteert Israël de wet ook in bezet gebied, zelfs in Ramallah, het hart van het door de Palestijnse Autoriteit bestuurde gebied, waar de organisaties zijn gevestigd.
De maatregel is de overtreffende trap in een langlopende Israëlische campagne om iedere vorm van oppositie tegen de bezetting en kolonisering van Palestijns gebied de kop in te drukken. Palestijnse maatschappelijke organisaties zijn daarin een belangrijk doelwit. Zij hebben al jaren te maken met allerlei vormen van ondermijning van hun activiteiten, variërend van dreigementen en cyberterreur tot arrestatie van medewerkers en sluiting van hun kantoren.
Een recent voorbeeld is de arrestatie, afgelopen mei, van vier medewerkers van de organisatie Health Work Committees (HWC), onder wie een Spanjaard. Zij worden door Israël beschuldigd van het doorsluizen van grote sommen Europees subsidiegeld naar de PFLP, dat er terroristische activiteiten van zou hebben bekostigd. De organisatie zou Europese subsidie ontvangen voor niet-bestaande activiteiten, en gebruikmaken van vervalste documenten. Zoals gewoonlijk werden de beschuldigingen niet onderbouwd met bewijzen.
Op 9 juni vielen bezettingstroepen het HWC-kantoor in Ramallah binnen, namen de computers en administratie in beslag en sloten het kantoor voor zes maanden. Een maand later, op 7 juli, pakten troepen diep in de nacht met veel geweld de directrice van HWC – tevens voorzitster van het Palestinian NGO Network – in haar woning op. Haar hangt een lange gevangenisstraf boven het hoofd wegens ‘werkzaamheden voor een onwettige organisatie’ en ‘banden met een terroristische organisatie’. Van bewijzen opnieuw geen spoor.
In juli werd ook het kantoor van de Union of Agricultural Work Committees, een van de organisaties die nu op de terrorismelijst zijn gezet, voor zes maanden gesloten. Enkele weken later namen militairen bij invallen de administratie en computers van andere prominente organisaties in beslag, waaronder de cliëntdossiers van Defence for Children International-Palestine, dat nu ook op de terrorismelijst staat. Het zijn voorbeelden uit een lange reeks van maatregelen waarmee Israël probeert essentiële steunpilaren van de Palestijnse samenleving te slopen.
https://rightsforum.org/nieuws/israel-bestempelt-palestijnse-ngos-tot-terroristische-organisaties/