Op donderdag 29 januari zijn tenminste 112 Palestijnen gedood en 760 Palestijnen raakten gewond toen ze een hulpkonvooi met voedsel bestormden.
Het Israëlische leger opende het vuur op de menigte. Dronebeelden die het Israëlische leger zelf vrijgaf, tonen hoe de mensenmassa op de vrachtwagens afkwam. Na een knip in de montage krijgen we een ander beeld. We zien lichamen op de grond die niet meer bewegen.
De eerste verklaring van Israël was dat de slachtoffers onder de voet waren gelopen en aangereden waren door de vrachtwagens. Daarna werd toegegeven dat Israëlische soldaten wel hadden geschoten, maar dat de schoten alleen op de benen waren gericht. Weer later werd ontkend dat het leger enig schot zou hebben gelost.
Al Mezan haalt getuigen aan met een heel ander verhaal: “De eerste twee vrachtwagens kwamen aan en mensen liepen erop af. Toen de derde en de vierde vrachtwagen kwam, begon het Israëlische leger te schieten. Ik had al iets kunnen pakken en ging naar huis. Toen werd ik geraakt door een kogel in mijn rug. Dit op afstand van ongeveer 700 meter van de Israëlische tanks.” Dokter Hossam Abu Safya van het Kamal-Adwan Ziekenhuis stelde vast dat de kogels vooral in het bovenlichaam zaten. Dit duidt erop dat er wel bewust in de menigte geschoten is.
Michael Fakhri, de speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel verklaart echter dat het niet de eerste keer is dat mensen in de Gazastrook die wachten op voedsel worden beschoten. Er zijn meerdere rapporten over. Ook de konvooien worden door Israël beschoten, zelfs als vooraf de coördinaten doorgeven aan het Israëlische leger. Israël belemmert ook de doorgang van hulpkonvooien.
Het bewijs dat er een bloedblad is aangericht, wordt bevestigd door beelden van doden en gewonden die, soms op ezelskarren, naar het Kamal Adwan ziekenhuis werden gebracht. Het ziekenhuis kon de toestroom niet aan.
Michael Fakhri: “Op 26 januari heeft het Internationaal Gerechtshof verklaard dat de staat Israël doeltreffende maatregelen moet nemen om dringende humanitaire hulp mogelijk te maken, hulp die tegemoetkomt aan basale menselijke behoeften: voedsel, water en medische zorg. Ook heeft het hof verklaard dat de humanitaire situatie catastrofaal is. Israël heeft dit niet opgevolgd, integendeel, Israël heeft humanitaire hulp beperkt, afgewezen en zelfs ontkend dat er sprake is van een dramatische situatie. Wat Israël wél doet, is humanitaire hulp aanbieden in de onderhandelingen over een staakt-het-vuren. Israël onderhandelt over iets waartoe het verplicht is.”
Een verpleegkundige verklaart: “De situatie is onbeschrijfelijk. De meesten zijn geraakt door kogels en granaatscherven in hun hoofd en bovenlichaam.”
Het kille commentaar van Itamar Ben Gvir, minister voor nationale veiligheid is veelzeggend: “De Israëlische strijdkrachten hebben ‘uitstekend opgetreden tegen de meute in de Gazastrook, die hen probeerde pijn te doen.’ Als Israëlische gijzelaars in slechte omstandigheden verkeren, is hulp verlenen aan de Gazastrook een dwaasheid. Bovendien is het gevaarlijk voor Israëlische soldaten.”
https://www.aljazeera.com/news/2024/2/29/heinous-deadly-israeli-attack-on-gaza-aid-seekers-condemned
https://www.standaard.be/cnt/dmf20240229_97256145
https://www.youtube.com/watch?v=MnSqwQIj1Uc