- Redactioneel 1
- Opinie. 3
- BDS-campagne is mogelijke oplossing 1 jaar na aanval Israël op bevolking Gaza 3
- De BDS-beweging tegen de Israëlische mensenrechtenschendingen zit in de lift 5
- STOP G4S: oproep aan de wereldwijde boycotbeweging van Palestijnse politieke gevangenen. 9
- Griekse troepen trainen weldra in Israël, nu de door Syriza geleide regering de alliantie uitdiept 10
- Israëlische voetbalfans zoeken ruzie in Charleroi 13
- 1312 aanvallen gemeld tegen vissers sinds het einde van het bloedbad van 2014 in de Gazastrook 16
- Mads Gilbert: Nacht in Gaza. 17
- Actuele notities. 19
- Lees eens een boek. 27
- Standpunt over de huidige crisis van de UNRWA en het verzekeren van de fundamentele rechten van de Palestijnse vluchtelingen. 32
- Solidariteitsetentje 3 oktober Gent 35
- Schrijf eens een brief. 36
- Kalender. 37
1. Redactioneel
Wie moet er bang zijn voor BDS? Israël of de westerse regeringen?
Eind juli gaf de Israëlische regering toestemming tot het bouwen van 300 huizen in de kolonie Beit El op de bezette Westelijke Jordaanoever. Er zijn ook plannen voor nog eens 504 woningen voor Israëlische kolonisten op diverse plekken in het geannexeerde Oost-Jeruzalem. Palestijnse dorpen zoals Susiya worden met sloop bedreigd. Er worden praktisch geen bouwvergunningen aan Palestijnen afgeleverd. In de Cremisanvallei dreigt de bouw van de Apartheidsmuur een klooster af te scheiden van een school met 400 kinderen.
Ook de repressiewetgeving werd in Israël versterkt. Zo kan het gooien van stenen bestraft worden met 10 à 20 jaar gevangenis zonder dat de bedoeling om schade toe te brengen moet aangetoond worden. Er is nu ook een wetsontwerp van de Israëlische minister van Justitie Ayelet Shaked dat voorziet in gevangenisstraffen van 15 tot 25 jaar voor “medeplichtigen aan terrorisme”. Ook stichtingen van Hamas die geld inzamelen of liefdadigheidsacties organiseren, zouden onder deze wet vallen. Een ander wetsontwerp wil strafvermindering verbieden voor “terroristen die levenslang opgesloten zitten”.
Begin juli werd de zeventienjarige stenengooiende Palestijn Mohammed al-Kasbeh door Israëlische soldaten in de rug geschoten toen hij vluchtte.
In juli zaten volgens de ngo Addameer 400 Palestijnen zonder enige vorm van proces in administratieve hechtenis in Israëlische gevangenissen.
Begin augustus hebben joodse kolonisten in het Palestijnse dorp Douma tussen Ramallah en Nabloes een huis in brand gestoken waarbij een baby van anderhalf jaar alsook de vader en de moeder om het leven kwamen.
Ook werd in augustus de finale van het Palestijnse voetbalseizoen voor onbepaalde tijd uitgesteld omdat de spelers van Shejaia (Gazastrook) de toelating niet kregen om door Israël te reizen voor de match tegen Al-Ahly, de kampioen van de Westelijke Jordaanoever.
Begin september publiceerde UNCTAD (VN-conferentie voor Handel en Ontwikkeling) een rapport over de schrijnende toestand in de Gazastrook. Acht jaar economische blokkade door Israël, drie oorlogen en een gebrek aan steun van donoren hebben tot een nooit geziene verarming van het gebied geleid. Als er niets verandert, wordt de Gazastrook volgens de VN tegen 2020 onbewoonbaar.
Men kan zich daarom afvragen waarom de westerse regeringen en in het bijzonder de Europese Unie zo weinig ondernemen om druk op Israël uit te oefenen. Waarom verbiedt de EU niet elke invoer van Israëlische producten? Waarom schort Europa het Associatieverdrag met Israël niet op? En waarom blijft Europa met Israël samenwerken in het kader van het onderzoeksprogramma Horizon 2020?
Tien jaar geleden startten een aantal Palestijnse organisaties de BDS-campagne (boycott, divestment and sanctions) met als eisen: de stopzetting van de bezetting en de kolonisatie van de Palestijnse gebieden, gelijke rechten voor alle burgers in Israël en het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen.
Deze campagne kent steeds meer bijval. In mei onderschreven 200 Belgische academici een oproep tot academische en culturele boycot (Belgian Academic and cultural Boycot of Israel) om “de hele politiek van Israël, dat al 67 jaar straffeloos zijn gang gaat, een halt toe te roepen.” In Frankrijk heeft het telecommunicatiebedrijf Orange in juni het contract met de Israëlische firma Partner Comminications stopgezet. In Engeland hebben 30 000 mensen een petitie getekend om de arrestatie te vragen van de Israëlische eerste minister Netanyahu die in september Londen wil bezoeken. Begin augustus betoogden in Parijs een aantal verenigingen tegen het organiseren van de operatie “Tel Aviv sur Seine” door de Stad Parijs. Zo is er ook een internationaal initiatief opgestart om Israël uit te sluiten van deelname aan de Olympische Spelen van 2016 in de Braziliaanse stad Rio de Janeiro
De Knesset, het Israëlische parlement, maakt zich zorgen over het groeiend succes in de wereld van de BDS-campagne. Zo organiseerde de Knesset begin juni een spoedzitting over de delegitimisering van Israël. De minister van Justitie beloofde een speciale cel op te richten om de BDS-campagne te bestrijden. Er bestaat trouwens in Israël een wet die de promotie van de BDS bestraft. Ook de Amerikaanse casino-eigenaar Sheldon Adelson wil een handje toesteken. Hij wil instaan voor de financiering van een aantal conferenties tegen de BDS-campagne in de Amerikaanse universiteiten.
Men kan zich dus terecht afvragen wie zich het meest zorgen maakt over de BDS-campagne: Israël of de Europese Unie die terugdeinst voor het nemen van sancties?
Het redactieteam Brussel 3 september 2015
2. Opinie
BDS-campagne is mogelijke oplossing 1 jaar na aanval Israël op bevolking Gaza
Bernard-Henri Lévy beschuldigt reeds jaren de BDS (boycot, desinvestering en sancties)-campagne tegen Israël van alle zonden der wereld om op die manier de essentie te ontwijken. Waarom immers worden schendingen van het internationaal recht door Israël keer op keer enkel verbaal veroordeeld maar nooit bestraft?
Onderkant formulier
Net daarom hebben een aantal Palestijnse organisaties zich tien jaar geleden met de BDS oproep tot de rest van de wereld gericht. Er worden drie eisen naar voor geschoven:
- het einde van de bezetting en de afbraak van de apartheidsmuur;
- gelijke rechten voor de Palestijnse burgers in Israël en
- het recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen.
In die tien jaar ging de toestand in Palestina en Israël enkel achteruit. De BDS-beweging groeide ondertussen razendsnel dankzij de steun van vakbonden, organisaties en betrokken burgers, academici en artiesten zoals Lauryn Hill en Stephen Hawking.
Er bestaat nu een brede basis aan activisten die verder groeit en versterkt wordt door mensen met Joodse wortels. Zij stellen luid en duidelijk dat de Israëlische staat niet in hun naam handelt, wanneer zij onschuldige burgers aanvalt uit ‘zelfverdediging’.
Apartheid
Genoeg is genoeg. Dit zijn de feiten. De platgebombardeerde Gazastrook is nog steeds afgesloten van de buitenwereld. Nog steeds is een groot deel van de bevolking dakloos en liggen hun huizen in puin omdat er niet voldoende goederen voor de heropbouw binnengelaten worden door de Israëlische omsingeling.
Als er niet snel ingegrepen wordt, is er straks zelfs geen drinkbaar water meer in Gaza. Tegelijkertijd verstevigt de Israëlische regering de militaire greep op de bezette Westelijke Jordaanoever, waar Israëlische kolonisten en Palestijnen onder een volledig gescheiden regime leven, met een gescheiden rechtssysteem, ongelijke rechten, gescheiden wegenstelsels, ongelijke toegang tot water en openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderwijs enz.
Deze situatie van structurele ongelijkheid duiden activisten steeds vaker aan met de term ‘apartheid’, of zoals professor Eva Brems zegt “het gebruik van de term apartheid is een krachtige metafoor; maar als je de toestand in de bezette Westelijke Jordaanoever met eigen ogen gezien hebt, weet je dat het meer is dan een metafoor: het is een gepaste term om te beschrijven wat daar aan de gang is”.
Lijdzaam toekijken
De meeste activisten hebben zich geëngageerd, net omdat ze zich beter geïnformeerd hebben, via berichtgeving van Israëlische, Palestijnse en internationale organisaties of door zelf de regio te bezoeken. Wij begrijpen niet dat onze eigen regering niet meer doet dan af en toe krokodillentranen te wenen, te “veroordelen” en te “betreuren” maar het ondertussen nalaat daadkrachtig op te treden.
Zoals professor Marc Van Ranst zegt: “Israël vindt niets verkeerd aan het aan flarden schieten van voetballende kinderen op een strand in Gaza, maar vindt het wel een schande (en zelfs antisemitisch) dat burgers wereldwijd bewust er voor kiezen om geen Israëlische producten meer te kopen. Wanneer Israël terug als een normaal land wil behandeld worden, dan zal het zich toch eerst als een normaal land moeten gaan gedragen. Je kan niet decennialang op een wrede manier een ander volk onderdrukken en verwachten dat iedereen lijdzaam blijft toekijken. We hebben lang genoeg de andere kant opgekeken. Nu niet meer. Wanneer onze politieke overheden Israël blijven steunen, doen ze dat zonder een mandaat van hun bevolking. Dan stemt deze bevolking met zijn portemonnee…”
Het feit dat de BDS-beweging door Israël gelijkgesteld wordt aan staatsvijand nummer één, Iran, wijst op de impact die de beweging heeft en toont aan hoezeer Israël door het gebruik van irrationele argumenten de essentie tracht te ontwijken.
BDS viseert Israëlische producten, Israëlische instituten en alles wat de Israëlische staat vertegenwoordigt. De campagne viseert geen individuele Israëlische burgers, maar de Israëlische regering. Die blijft zich immers uitspreken tegen een Palestijnse staat en tegen gelijke rechten voor Palestijnen en belooft zelfs nog meer burgerslachtoffers om die situatie in stand te houden.
Duurzame vrede
Meer dan vierhonderd Belgische academici sloten zich recent aan bij de oproep voor een academische en culturele boycot. De discussie gaat al lang niet meer over het feit of Israël een democratie is en of de kolonies wel of niet illegaal zijn.
De discussie gaat er tegenwoordig over hoe er gereageerd moet worden tegen een regime dat gestoeld is op militaire bezetting, structurele discriminatie en schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten. De BDS-campagne ijvert voor gelijke rechten voor Israëli’s en Palestijnen en voor een duurzame vrede in de regio.
30 juni 2015
Analyse
3. De BDS-beweging tegen de Israëlische mensenrechtenschendingen zit in de lift
Ludo De Brabander Vrede vzw 27 februari 2014 dewereldmorgen.be
De beslissing van Scarlett Johanssons om voortaan het gezicht te worden van SodaStream, bracht het debat over de illegale nederzettingen in de bezette Westelijke Jordaanoever terug prominent op de internationale voorgrond.
De commotie rond Scarlett Johansson en SodaStream vestigde terug de aandacht op de BDS-campagne. Elke dag groeit de lijst met voorstanders ( archief DeWereldMorgen.be)
SodaStream is een bedrijf met een belangrijke productiefaciliteit in de volgens het internationaal recht, illegale nederzetting Ma’ale Adumim. De Hollywoodster koos er voor om uiteindelijk een punt te zetten achter haar ‘post’ als ambassadeur van Oxfam. De samenwerking met Oxfam eindigde na een intensieve campagne van BDS-activisten (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), die op de onverenigbaarheid wezen met de standpunten en het werk van de humanitaire organisatie.
De zaak kreeg veel aandacht in de wereldpers. Hier en daar lieten respectabele ‘business’kranten als The Financial Times (31/01/14) zich, voor hun doen, zelfs behoorlijk kritisch uit over zowel Johansson als SodaStream. Het bedrijf kreeg daarop ook te maken met een daling van 3,3 procent op de beurs van New York.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, waarschuwde Israël vanop de Veiligheidsconferentie in München (1/02/2014) voor de ‘delegitimiseringscampagnes’ zoals “oproepen tot boycot”. Hij zei dat het land wel eens “te maken kan krijgen met grotere isolatie en economische druk wanneer de vredesgesprekken falen en de nederzettingen groeien”.
In een commentaar op de gedaalde aandelenkoersen van SodaStream, bevestigde David Kaplan, een beursanalist van Barclays Plc, vanuit Tel Aviv de vrees van investeerders voor economische schade als gevolg van de boycotcampagnes en sancties. “De aandelen zullen naar beneden gaan tot SodaStream een weg vindt om het vertrouwen te herstellen”.
De BDS-beweging heeft de wind in de zeilen. Dat was ooit anders. Toen Palestijnse organisaties in 2005 de BDS-oproep lanceerden, waren het vooral grassroots activisten die er de boer mee opgingen. Grote organisaties kozen er liever voor om veilig afstand te nemen van een campagne die als veel te controversieel werd ervaren.
De wereldwijde pro-Israëllobby ging immers van meet af aan in de tegenaanval en speelde in op de welbekende historische gevoeligheden. In België voerde het Actieplatform Palestina, een platform van derdewereld- en vredesorganisaties, al heel vroeg campagne voor een boycot van Israëlische landbouwproducten.
Veel van de ingevoerde landbouwproducten zijn afkomstig uit landbouwnederzettingen in de Palestijnse bezette gebieden die onder het label ‘made in Israel’ op de Europese markt komen. Oxfam Solidariteit was een van de partners van de campagne. Toen dit het Simon Wiesental-centrum ter ore kwam, organiseerde het een grote briefschrijfcampagne die Oxfam in de VS viseerde waarbij de BDS-oproep vergeleken werd met de Nazi-campagne ‘Kauft nicht bei Juden’.
Hoewel BDS-campagnes de Israëlische inbreuken op het internationaal recht en de Palestijnse mensenrechten willen aanklagen, raakte de pro-Israëlische lobby met geregeld succes een gevoelige snaar door ze te associëren met antisemitisme. De zaak zorgde toen voor discussie binnen Oxfam Internationaal. De Belgische tak zag zich verplicht om zich terug te trekken uit de campagne. Uiteindelijk zou zelfs het hele Actieplatform Palestina aan interne verdeeldheid daarover ten onder gaan.
BDS en ‘panikerende’ Israëlische regering
Die tijden lijken voorbij. De BDS-campagne, die deels geïnspireerd is op de acties van de anti-Apartheidsbeweging tegen het racistische Zuid-Afrika, lijkt effect te resorteren. Op 9 februari bracht de Israëlische krant Haaretz een artikel onder de kop: “Netanyahu roept ministers bij elkaar om te discussiëren over de groeiende boycotdreigingen tegen Israël”. Uit het artikel blijkt dat de Israëlische regering zich behoorlijk zorgen maakt over de uitbreiding die de BDS-campagne neemt.
Nog volgens Haaretz bestaan er binnen de regering grote onenigheden over de te volgen strategie, om de BDS-beweging het hoofd te bieden. De minister van Strategische Zaken, Yuval Steinitz, schoof een plan naar voor dat voorbereid was door zijn diensten, de Mossad (Buitenlandse Veiligheid) en Shin Bet (binnenlandse veiligheid).
Het plan stelt dat Israël ‘substantiële middelen’ moet investeren in een publieke campagne, waarin “PR-materiaal en agressieve wettelijke en mediacampagnes worden ingezet tegen pro-boycotorganisaties”. Volgens minister van Buitenlandse Zaken, Avigdor Lieberman, zou dit evenwel het omgekeerde effect veroorzaken.
Andere ideeën die op de kabinetsbijeenkomst werden besproken gaan erg ver zoals het aanspannen van “rechtszaken in Europese en Noord-Amerikaanse rechtbanken tegen (pro-BDS) organisaties”; “wettelijke maatregelen tegen financiële instellingen die nederzettingen boycotten en (medeplichtige) Israëlische bedrijven”; “aanmoedigen van anti-boycotwetgeving in bevriende hoofdsteden in de wereld” en“activeren van de pro-Israellobby in de VS”.
Nu al zijn er rechtzaken en wetgevende initiatieven om Boycot-oproepen te sanctioneren. In de senaat in New York is er zo’n wet in behandeling. Dat naar aanleiding van de American Studies Association, een belangrijk academisch platform, besliste om Israël te boycotten en niet langer samen te werken met Israëlische universiteiten wegens hun nauwe band met de bezettingspolitiek of de militaire industrie.
In Israël is er al sinds de zomer van 2011 een anti-boycotwet van kracht die personen of organisaties die oproepen tot een boycot, tot het betalen van schadevergoedingen kan verplichten of kan onderwerpen aan financiële sancties. De wet kreeg heel wat kritiek in binnen- en buitenland omdat het om een ernstige inbreuk van de vrije meningsuiting gaat.
Inmiddels spanden verschillende Israëlische organisaties die zich geviseerd voelen, een rechtsgeding tegen de wet aan voor het Israëlische Hooggerechtshof. De zaak is nog in behandeling.
Golf van desinvesteringen
Deze paniekerige initiatieven zijn een gevolg van het feit dat het al lang niet meer gaat om enkele activisten die oproepen om geen Israëlische of producten uit nederzettingen in bezet gebied te kopen. De jongste maanden zijn er verschillende financiële instellingen en bedrijven die hebben aangekondigd hun investeringen in de Israëlische nederzettingen op bezet gebied, op te schorten.
De Deutsche Bank, de grootste Duitse financiële instelling, plaatste de Israëlische Hapoalim Bank op een lijst met bedrijven die ethisch problematisch zijn voor investeringen omwille van hun activiteiten in de nederzettingen. Nordea, een belangrijke Noorse bank, kondigde aan dat het Cemex uit zijn investeringsportfolio haalt omdat het niet-hernieuwbare grondstoffen in bezet gebied ontgint.
Veel van deze ‘desinvesteringen’ zijn een gevolg van de schade die bedrijven oplopen als gevolg van hun activiteiten in de bezette gebieden. De Franse multinational Veolia kondigde een paar maanden geleden aan dat het niet langer operator wil zijn van de buslijnen voor kolonisten in de bezette Westelijke Jordaanoever, nadat bleek dat de onderneming daardoor contracten verloor in Europa en de VS.
Enkele universiteiten in Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk besloten om geen beveiligingscontacten toe te kennen aan G4S omwille van de rol van het veiligheidsbedrijf in de Israëlische gevangenissen (met Palestijnse gevangen) en de nederzettingen. Het zijn slechts enkele voorbeelden, maar het lijstje groeit wekelijks aan.
EU start met eerste sancties
Ook de Europese Unie lijkt zich in toenemende mate te storen aan de bouw van steeds maar nieuwe nederzettingen in bezet gebied. De EU heeft herhaaldelijk verklaard dat de nederzettingen illegaal zijn en een obstakel vormen voor de vrede, maar gaf daar verder geen gevolg aan. Integendeel, Israël kon al die tijd rekenen op een voorkeursbehandeling – zoals o.a. bleek uit de ‘upgrade’ die Israël kreeg toegekend van de Europese Raad in zijn politieke en economische relaties met de EU.
Israël is ook de belangrijkste niet-EU-partner in de Europese onderzoeksprogramma’s, waardoor Israëlische bedrijven en instellingen reeds miljoenen aan Europees subsidiegeld ontvingen. Maar de intensiteit waarmee de huidige regering Netanyahu de ene bouw van nieuwe nederzettingen na de andere aankondigt is blijkbaar toch een stap te ver.
Na verschillende keren te hebben aangedrongen en een ongewoon kritisch rapport van de EU-missie in Jeruzalem, nam de EU in juli 2013 nieuwe richtsnoeren aan. Deze richtsnoeren bepalen dat Israëlische instellingen die gevestigd zijn in bezet gebied niet langer in aanmerking kunnen komen voor Europese subsidies, giften of financiële instrumenten. Het is een van de eerste keren dat de EU Israël aan een, zij het vooralsnog bescheiden, sanctieregime onderwerpt.
Eerder zetten een aantal individuele landen zoals Spanje, Zweden, Noorwegen of Nieuw-Zeeland de toon door overheidsmiddelen voor Israëlische instellingen in de bezette gebieden te blokkeren.
Verbod op import van producten uit nederzettingen
In zijn jongste rapport (eind februari 2014) vraagt de Speciale Rapporteur van de VN voor Mensenrechten in de Palestijnse gebieden, Richard Falk, dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag onderzoekt of er sprake is van Apartheid en etnische zuivering. Hij dringt er bij de VN op aan om een onderzoek te starten naar de “bedrijven die profiteren van onwettige Israëlische activiteiten.” In zijn rapport beveelt hij de VN-lidstaten ook aan om een ban te overwegen op de import van producten uit Israëlische nederzettingen.
Het rapport komt net op het moment dat er een nieuwe campagne van Belgische mensenrechten-, ontwikkelings- en vredesorganisaties (waaronder ook Vrede vzw) wordt gelanceerd, “Made in Illegality”. Volgens de campagne is het verbod op import van producten uit nederzettingen geen vrijblijvende zaak, maar een verplichting die voortvloeit uit het internationaal recht om geen economische of commerciële relaties met Israëlische nederzettingen aan te gaan.
Ze baseren zich op de uitvoerige juridische argumentatie van een rapport van professor Dubuisson van de ULB. “De organisaties willen met deze campagne België en de Europese Unie aanzetten tot concrete actie opdat Israël zijn nederzettingenbeleid in de Palestijnse gebieden staakt. Concrete actie betekent in de eerste plaats de onmiddellijke stopzetting van alle economische- en handelsrelaties met de Israëlische nederzettingen.”
4. STOP G4S: oproep aan de wereldwijde boycotbeweging van Palestijnse politieke gevangenen
Nationale en Islamitische Groeperingen, die de Nationale beweging van Palestijnse gevangenen omvat, lanceren volgende oproep tot actie aan de beweging voor boycot, desinvestering en sancties (BDS). De Palestijnse gevangenen in Israëlische gevangenissen roepen op tot verdere groei en ontwikkeling van de BDS-beweging en, meer specifiek, van de campagne tegen G4S. G4S is een private onderneming in beveiligingsoplossingen die via lopende contracten de Israëlische gevangenissen en detentiecentra van beveiligingssystemen voorziet. Deze gevangenissen en centra sluiten jaarlijks circa 6000 Palestijnen op.
Brief van Palestijnse gevangenen in Israëlische gevangenissen en detentiecentra aan de globale boycotbeweging
Wij sturen u deze brief met waardering voor de leidende rol van de boycotbeweging die is gebaseerd op een breed moreel en menselijk uitgangspunt dat onrecht en onderdrukking verwerpt; zich verzet tegen racisme en discriminatie op basis van ras, religie of geslacht; vrijheid, menselijke waardigheid en de waarden van rechtvaardigheid bevestigt, en de steun aan en medeplichtigheid door internationale machten aan de Israëlische regering tegengaat.
Binnen deze context toont de door u geleide campagne haar effectiviteit en groei, de stijgende druk op de Israëlische staat en zijn instellingen, en is zo uitgegroeid tot het belangrijkste kanaal voor de stem van de onderdrukten in Palestina. We sturen deze brief om enkele ideeën en voorstellen aan te dragen om de problematiek van de gevangenen op de agenda van de boycotbeweging te beklemtonen. Voorts hopen we op deze manier onze dialoog te verrijken en deze verder uit te bouwen.
Onze voorstellen omvatten samengevat het volgende:
TEN EERSTE, de beveiligingsorganisaties die de bezettende overheid dienen, dragen directe verantwoordelijkheid voor de begane misdaden tegen de Palestijnse bevolking. De boycot en vervolging van deze organisaties zijn een wijze van bescherming en verdediging van de bezette Palestijnse bevolking die geconfronteerd wordt met bloedbaden en agressie. Meer specifiek benadrukken we het belang van het boycotten van de beveiligingsorganisatie G4S, die de bezetting steunt en er vervolgens de nauwste band mee heeft, evenals andere organisaties die binnen dit domein gelijkaardige diensten leveren.
TEN TWEEDE willen we er op aandringen, als gevangenen van vrijheid en strijders voor de vrijheid van ons volk, voor de menselijke waardigheid en het recht tot een waardig leven, dat onze zaak binnen het programma van de boycotbeweging van groot belang is. Meer specifiek, onderwijs wordt ons ontzegd door de bezettende staat; onderwijs wordt vandaag de dag gezien als een standaard mensenrecht. Wij daarentegen, wordt dit recht permanent ontzegd. Meer dan duizend gevangenen lijden aan chronische ziektes. Hoewel hun levens in gevaar zijn, krijgen ze niet de noodzakelijke medische behandeling. Hun zorg is niet onderworpen aan enige vorm van aansprakelijkheid, toezicht of opvolging en wordt georganiseerd volgens de prioriteiten van het Israel Prison Service Management. Dit komt bovenop het gebruik van isolatie, de voortdurende arrestaties van maandelijks honderden Palestijnen, de arrestaties van vrouwen en kinderen en democratisch verkozen vertegenwoordigers. Onze kinderen en families worden dagelijks blootgesteld aan marteling door de familiebezoek te verhinderen, door onmogelijke omstandigheden op te leggen en door andere vormen van misbruik.
TEN DERDE roepen we u in de boycotbeweging op om de namen van de geheime agenten van de bezetting en de directeuren van het gevangenismanagement voor te dragen. Dit om hen vervolgens te laten vervolgen en berechten door een internationale strafrechtbank voor de misdaden die ze begaan hebben tegen de rechten van de gevangenen, tot zelfs moord. Dit is evenzeer een project voor juridische- en mensenrechtenorganisaties. Daarnaast zijn er vele andere problemen en overtredingen tegenover de gevangenen die ingeroepen kunnen worden.
TEN VIERDE roepen we op tot het opstarten en uitbreiden van een internationale campagne met brede steun en participatie om de vrijheid van gevangenen te eisen, beginnende bij de gevangen zieken, administratief gedetineerden en vrouwen en kinderen. Evenzeer moet er een einde worden gemaakt aan de martelpraktijken in gevangenissen en detentiecentra.
Ten slotte groeten wij u, de gewetensstem die de moordmachine, de onrechtvaardigheid en de onderdrukking confronteert.
NATIONALE EN ISLAMITISCHE GROEPERINGEN
PALESTIJNSE NATIONALE BEWEGING VAN GEVANGENEN
5. Griekse troepen trainen weldra in Israël, nu de door Syriza geleide regering de alliantie uitdiept
Ali Abunimah Rights and Accountability – 5 augustus 2015
Greekhttps://electronicintifada.net/blogs/ali-abunimah/greek-forces-train-israel-syriza-led-government-deepens-alliance – troepen zullen in Israël trainen nu de door Syriza geleide regering de alliantie uitdiept
Meer info over Electronic Intifada: https://electronicintifada.net/content/about-electronic-intifada/10159
Een afbeelding gepost door de Israëlische luchtmacht toont een Israëlische piloot die een Griekse collega omarmt. Het gezicht van de Israëli is verborgen in het origineel.
Griekse, samen met Italiaanse, troepen zullen weldra gaan trainen in Israël.
Dat is het laatste teken van de verdieping van het militair Bondgenootschap die wordt gesmeed tussen Israël en de Griekse regering onder leiding van de linkse partij Syriza.
Vorige maand voltooiden Israëlische helikopterpiloten een ongekende 11-daagse gevechtstrainingsoefening in de buurt van de Griekse berg Olympus.
In mei ondertekende de door Syriza geleide regering ook een militaire overeenkomst met Israël, alleen geëvenaard door een soortgelijke overeenkomst tussen Israël en de VS, die elkaars militair personeel juridische immuniteit verleent tijdens de training op elkaars grondgebied.
De militaire deal was namens de regering ondertekend door Panagiotis Kammenos, de minister van defensie van de Onafhankelijke Grieken, Syrizas rechtse, kleine coalitiepartner. Maar er is geen twijfel erover dat Syriza zijn volledige steun eraan geeft: in juli reisde de door Syriza benoemde minister van buitenlandse zaken, Nikos Kotzias, naar Jeruzalem voor gesprekken op hoog niveau met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu om “de bilaterale banden tussen beide landen te versterken“.
Eerder dit jaar hebben Israëlische gevechtsvliegtuigen uitgebreide trainingsmis HYPERLINK “https://electronicintifada.net/blogs/ali-abunimah/italian-prime-minister-lashes-out-jerusalem-stupid-and-futile-bds”sies uitgevoerd in Griekenland, ervaring die ongetwijfeld zal worden gebruikt voor aanvallen op de Gazastrook in toekomstige Israëlische militaire operaties.
Israëlische helikopters in Griekenland
Volgens een persbericht van de Israëlische luchtmacht “is de Israëlisch-Griekse samenwerking goed op dreef geraakt in de afgelopen jaren en in het licht van het succes van de recente troepenontplooiingen zullen de wederzijdse vluchten waarschijnlijk blijven doorgaan in 2016.”
“We begrijpen het grote belang van de gezamenlijke activiteiten met de staat Israël, die bijdragen tot de veiligheid van beide landen,” is een uitspraak die werd opgetekend van de Griekse kolonel Dormitis Stephzanki, de commandant van de Larissa vliegbasis waar de Israëlische helikopters waren gebaseerd tijdens de oefeningen.
“In de afgelopen paar dagen hebben we op een bijzondere manier samengewerkt”, voegde Dormitis daaraan toe. “De gemeenschappelijke taal, de diepe kameraadschap en de dingen die we samen hebben geleerd, hebben bijgedragen tot de versterking van de samenwerking tussen de strijdkrachten.”
Dormitis zei dat hij gelooft, dat de opleiding in Griekenland het Israëlische “vermogen om het vliegen te beheersen, overal waar dat nodig is”, had verbeterd.
Een afbeelding, gepost door de Israëlische luchtmacht, toont Israëlische gevechtsvliegtuigen op de Larissa luchtmachtbasis in Griekenland.
” We hebben over bergachtige gebieden gevlogen die in Israël niet bestaan en afstandsvluchten uitgevoerd van de vliegbasis in Israël naar Griekenland,” zei Israëls luitenant-kolonel Matan, commandant van een squadron van in de V.S. gebouwde Apache helikopters. (Israëlische troepen vermelden alleen voornamen, waarschijnlijk om het personeel te beschermen tegen potentiële aanklachten wegens oorlogsmisdaden.)
De Apache – naar een indiaanse stam vernoemd die het doelwit geweest is van genocidale koloniale expansie in Noord-Amerika – is uitvoerig gebruikt door Israël voor het verrichten van buitengerechtelijke executies van Palestijnen.
Hij werd ingezet gedurende de slachtpartijen van burgers in de Gazastrook vorige zomer.
Kolonel Y, commandant van een Israëlische verkenningseenheid, beschreef de deelname van Israël aan de oefening als “historisch”, eraan toevoegend dat “het de eerste keer was dat het intelligence-verzamelende vliegtuig had samengewerkt met buitenlandse vliegtuigen in moeilijk, onbekend terrein.”
Ondersteuning van oorlogsmisdaden
Volgens HYPERLINK “http://www.jpost.com/Israel-News/IAF-helicopter-squadrons-complete-huge-training-drill-in-Greece-411099” HYPERLINK “http://www.jpost.com/Israel-News/IAF-helicopter-squadrons-complete-huge-training-drill-in-Greece-411099″The Jerusalem Post zullen Griekse helikopterpiloten in de komende maanden in Israël gaan trainen.
Griekse straaljagers “zullen ook komen als onderdeel van de multinationale Blauwe vlag-oefening, die over het Zuiden van Israël zal worden gehouden,” meldt de krant.
Een verslag HYPERLINK “http://www.haaretz.com/beta/.premium-1.660043” in HYPERLINK “http://www.haaretz.com/beta/.premium-1.660043″Haaretz HYPERLINK “http://www.haaretz.com/beta/.premium-1.660043” in j HYPERLINK “http://www.haaretz.com/beta/.premium-1.660043″un HYPERLINK “http://www.haaretz.com/beta/.premium-1.660043″i brengt aan het licht, dat de Italiaanse, Griekse en VS-luchtmachten aan de oefening zullen deelnemen.
De militaire samenwerking tussen Israël, Italië en Griekenland gaat door, niettegenstaande het feit, dat een onlangs gepubliceerd onafhankelijk onderzoek in opdracht van de VN-Mensenrechtenraad massieve bewijzen gevonden heeft van oorlogsmisdaden, begaan door Israël tijdens zijn aanval op de Gazastrook afgelopen zomer waarbij meer dan 2.200 Palestijnen gedood werden.
Amnesty International heeft vorige maand zijn eigen onderzoek gepubliceerd naar de aanval van Israël op de Zuidelijke stad van de Gazastrook Rafah – alweer met als besluit, dat honderden burgers werden gedood doordat Israël zware oorlogsmisdaden bedreven heeft.
“Openbare verklaringen van Israëlische legerbevelhebbers en soldaten na het conflict bieden overtuigende redenen om te concluderen, dat sommige aanvallen die burgers gedood en huizen en eigendom vernietigd hebben, opzettelijk werden uitgevoerd en gemotiveerd waren door een verlangen naar wraak – om de bevolking van Rafah een lesje te leren, of te straffen, ,” heeft Amnesty ontdekt.
Inam Ouda Ayed bin Hammad, geciteerd in het Amnesty-rapport, herinnerde aan de beschietingen en bombardementen die nabij haar huis plaatsvonden in de wijk al-Tannur van Rafah: “Zodra ik het huis verliet, begon … een Apache op ons te schieten.”
Misschien hebben dezelfde Apache-piloten momenten van camaraderie gedeeld in Griekenland.
Het VN-rapport en Amnesty hebben opgeroepen tot het verantwoording doen afleggen voor de oorlogsmisdaden, begaan in de Gazastrook en de bezette Westelijke Jordaanoever.
In de plaats daarvan bieden Griekenland en Italië, de zogenaamd linkse regeringen, en natuurlijk de Amerikaanse administratie van President Barack Obama, Israël alleen medeplichtigheid en beloningen aan.
6. Israëlische voetbalfans zoeken ruzie in Charleroi
Ter gelegenheid van de voetbalmatch van 16 juli in Charleroi, tussen Beitar Jeruzalem en Sporting Charleroi, hebben Israëli’s meermaals incidenten uitgelokt. Tijdens de match gooiden ze rookbommen op het veld, en de match moest worden stilgelegd[1].
Israëlische supporters hebben onze beveiliging uitgetest, getuigt de politie.
De incidenten hebben zelfs de Israëlische premier Nethanyahu wakker geschud[2].
Beitar Jeruzalem staat bekend als een gewelddadige club; in 2012 vernielde ze een winkelcentrum roepend “Dood aan de Arabieren”, en “Arabieren zijn hoerenzonen”[3].
Racisme is eigen aan de voetbalclub Beitar Jeruzalem[4].
Toen de club in 2013 twee spelers afkomstig uit Tsjetsjenië had aangeworven die moslim zouden zijn, werden ze uitgescholden door de supporters[5].:
In de Israëlische pers wordt in detail bericht over het racisme van de club en zijn coach, Guy Levi. Ook de voorzitter van de Israëlische bond IFA is bekritiseerd omdat hij niet optreedt na decennia van discriminatie. Opgericht in 1936 (!) heeft de club ooit één Arabische speler aangeworven. Zopas, na een vraag van het dagblad Haaretz, heeft het Ministerie voor gelijke kansen uitleg gevraagd aan de club[6].
In mei van dit jaar werd Beitar in Israël veroordeeld voor racistisch gedrag van zijn supporters, en dit reeds voor de vierde maal dit seizoen[7].
Hun coach, Guy Levi, zei op de radio: een Arabische speler aanwerven zou “onnodige spanningen veroorzaken”. De Commissie voor gelijke kansen beval de club die stelling in te trekken[8].
Jonathan Cook schrijft dat de Israëlische politiek het voetbal gebruikt om zich te integreren in Europa en de wereld, alsof er met de mensenrechten geen problemen zijn[9].
Dit wordt voor ons land bevestigd door uitwisselingen van spelers tussen Beitar Jeruzalem en Belgische clubs; zie de sportieve bladzijden van de media.
Protestactie in Charleroi afgelast
Voor de match van 16 juli in Charleroi hadden het Plate-forme Charleroi-Palestine en Palestina Solidariteit tot een protestvergadering opgeroepen in de zaal La Braise, om 17 uur. Maar ze gelastten die vergadering af na bedreigingen door supporters van Beitar, en wegens een samenscholingsverbod door de politie.
Achteraf is Sporting Charleroi door de UEFA veroordeeld om drie redeneen: ze hadden toegestaan dat supporters hun plaatsen verlieten; een fan van Charleroi zou een Hitlergroet hebben gebracht; en ten derde , er werden voorwerpen op het veld werden, waarbij zeker Beitar hooligans betrokken waren. Werd Beitar gestraft? Dat vonden we niet terug in de pers.
Palestijnse voetbalbond vraagt schorsing van Israël
Begin april had de Palestijnse voetbalbond een aanvraag tot schorsing van Israël bij de FIFA ingediend. Het Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken ging aankloppen bij meer dan 100 regeringen om te vermijden dat de Israëlische voetbalbond IFA zou geschorst worden[10]. Alle Israëlische ambassades en missies kregen discrete opdrachten voor totale mobilisatie over de uitspraak door het FIFA.
De Palestijnse klachten handelen ook over de reisverboden tegen Arabische spelers, en over de erkenning van vijf voetbalclubs van de illegale joodse kolonies. De FIFA moest op 29 mei een beslissing nemen. Uiteindelijk trok de Palestijnse voetbalbond de motie tot schorsing van Israël in[11].
Volgens Amira Hass, journaliste bij de Israëlische krant Haaretz, hielp Michel Platini, de voorzitter van de Europese voetbalbond UEFA, om Israël te redden van schorsing. Maar dat die schorsing op de agenda stond veroorzaakte al een grote nervositeit in Israël[12].
7. 1312 aanvallen gemeld tegen vissers sinds het einde van het bloedbad van 2014 in de Gazastrook
15 augustus 2015 (vertaling uit het Frans)
1312 aanvallen gemeld tegen vissers sinds het bloedbad van 2014 in de Gazastrook.
11 augustus 2015 | International Solidarity Movement, Gazateam | Gaza, Bezet Palestina
In de nacht van zondag 9 augustus jl. hebben de Israëlische bezettingstroepen om 3 uur ’s morgens, Ismail Sharafi een visser van 34 jaar, en Mohamed Saidi, een visser van 22 jaar, in de wateren van de stad Gaza ontvoerd.
Volgens de getuigenis van de andere vissers (10 boten waren toen aan het vissen), werd een van de vissers met scherp beschoten en gewond voor dat hij ontvoerd werd. .
De aanval gebeurde op 5 mijl van de kust en hun boot werd naar Ashdod gesleept.
Twee weken vroeger werd Ahmed Sharafi, de broer van Mohamed, met scherp beschoten en in de rug geraakt terwijl hij met zijn broer aan het vissen was.
Sinds het einde van het laatste Israëlische bloedbad tegen Gaza werden 1312 aanvallen tegen vissers gemeld.
Sindsdien werden 22 boten werden verbeurd verklaard, werden 26 vissers gewond ; werd 1 visser, Tawfiq Abu Riela, vermoord ; werden 18 boten door beschieting buiten gebruik gesteld ; werden 2 grote vissersboten door raketten bestoken en tot zinken gebracht, een boot in Deir El Balah op 300 m van de kust en een andere in Gaza op 5 mijl ; werden 51 vissers op zee ontvoerd en zitten nog 3 vissers in de gevangenis.
Deze feiten zijn maar een paar voorbeelden van de praktijk van de bezettingsmacht en hebben als gevolg dat verleden jaar de visvangst gedaald is van 1.600 ton het jaar vόόr het bloedbad tot 1.000 ton het jaar daarop. Tijdens dezelfde periode is het aantal vissers in de Gazastrook geslonken van 3.000 tot 1.000 en hun maandinkomen is gezakt van 2.000 shekel naar 100 shekel (= 23 euro).
Dit laatste jaar, alleen al in Beach Camp, hebben 50 kinderen van vissers de school verlaten om te gaan werken: ze dragen bloemzakken naar de gebouwen van de UNRWA voor 1 shekel per zak (1 euro= 4,4 shekel).
Het komt vaak voor dat vissersgezinnen een keuze moeten maken om te beslissen welke kind naar school gaat en welk kind zal gaan werken om in de levensbehoeften van het gezin te voorzien.
Nu de vakantie bijna afgelopen is, beschikken de ouders van 900 kinderen van vissers in de stad Gaza en van 1.700 kinderen in de Gazastrook, niet over de middelen om schoolgerief te kopen.
Franse vertaling : J. Ch. voor Agence Média Palestine
Bron: PalSolidarity
8. Mads Gilbert: Nacht in Gaza
door Engelbert Luitsz (www.alexandrina.nl/?p=4113) a site of KhamakarPress – altahrir HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”, HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”news HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/” of Islam, HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”Muslims HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”, HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”Arab HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/” Spring HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”and HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/” special HYPERLINK “https://altahrir.wordpress.com/”Palestine
“Wanneer een pen, een camera en een stethoscoop worden gezien als veiligheidsrisico’s, weten we dat we te maken hebben met een regime dat bang is voor de waarheid en gelooft in het recht van de sterkste.”
Mads Gilbert
Sinds 2006 is de Gazastrook vier keer aangevallen door Israël. Elke keer was de Noorse arts Mads Gilbert aanwezig om als vrijwilliger in het al-Shifaziekenhuis te doen wat hij kon om de levens te redden van de stroom aan gewonden die dagelijks werden binnengebracht. Al sinds 1981 is Gilbert betrokken bij solidariteitsacties voor de Palestijnse bevolking.
In de zomer van 2014 was hij 15 dagen praktisch dag en nacht aanwezig en vond ook nog de tijd om wat hij meemaakte te documenteren met beeld en tekst. Dat leidde tot het boek Night in Gaza, vorig jaar al verschenen in het Noors en nu beschikbaar in het Engels.
Gilbert noemt zijn verslag een getuigenis, geen academisch verslag of neutrale journalistiek. Na alles wat hij in al die jaren van nabij heeft meegemaakt kon hij niet anders dan een kant kiezen.
Ik ben niet neutraal. Ik heb een kant gekozen. Dit boek is een smeekbede: ten faveure van de Palestijnen, ten faveure van een rechtvaardige politieke oplossing van de bezetting van Palestina en ten faveure van een vreedzame wereld.
De huidige situatie is het directe gevolg van het optreden van de zionisten in 1948. Toen konden de meeste mensen nog vluchten, ook al raakten ze daarbij alles kwijt. Sinds de blokkade van de Gazastrook kan men niet meer vluchten en dat is waarschijnlijk de reden waarom oudere mensen die zich 1948 nog kunnen herinneren zeggen dat de aanval van vorig jaar erger was dan in 1948 – het begin van de Nakba.
Het boek is opgedragen aan al die vrijwilligers die met onvoorstelbare moed en doorzettingsvermogen op hun post bleven, terwijl de ziekenhuizen, ambulances en het medisch personeel door de Israëlische soldaten als legitiem doelwit werden gezien.
In Gaza zijn het niet in de eerste plaats de militaire tegenstanders van de bezetter die worden vermoord en verwond. Het overgrote deel van de slachtoffers bestaat uit burgers: mannen en vrouwen, kinderen en jongeren, journalisten, leraren, medisch personeel, vissers, boeren en lokale politici, om slechts enkele groepen te noemen.
Mads Gilbert trok aan de bel. Hij documenteerde, gaf lezingen, schreef open brieven waarin hij zich richtte tot Obama en Neil Young, sprak de V.N. toe en probeerde toegang te krijgen tot die kanalen in het Westen die voor de Palestijnen zelf ontoegankelijk zijn.
De Amerikaanse journalist Max Blumenthal schreef een kort voorwoord. Ook hij had met eigen ogen aanschouwd wat daar werd aangericht. Ook hij schreef er een boek over: The 51 Day War: Ruin and Resistance in Gaza. Zoals iedereen die de situatie ook maar enigszins gevolgd heeft en niet elk moreel besef is kwijtgeraakt was Blumenthal verbijsterd over de laconieke houding van de westerse landen, terwijl er bijna dagelijks hard bewijs was voor verschrikkelijke bloedbaden onder burgers. Hij schrijft: “Terwijl leiders van Washington tot Westminster langs de zijlijn bleven staan en het bloedbad met cynische passiviteit aanschouwden, luidde Gilbert de alarmklok en waarschuwde hij de wereld voor de crisis die zich voor zijn ogen ontvouwde.”
Het boek van Gilbert bevat vele foto’s. Het had één lang gruwelverhaal kunnen zijn, maar daar heeft hij niet voor gekozen. Uiteraard zijn er de zeer pijnlijke beelden van zwaargewonde kinderen, vaak nog te jong om te kunnen beseffen wat hen is overkomen. Maar wat Gilbert vooral wil uitdragen is hoop en solidariteit; de veerkracht en weerbaarheid – de soemoed – van zovelen die ondanks decennia van onderdrukking en het verlies van huis en haard, familie en vrienden, toch in staat zijn te blijven werken aan een betere wereld. Irrationele haat is juist iets wat je aan de kant van de bezetter maar al te vaak tegenkomt, de Palestijnen weten dat haat destructief is en hoop noodzakelijk om te kunnen overleven.
Het verschil in benadering blijkt heel mooi als we het voorwoord van Blumenthal naast het nawoord van de Palestijnse journalist Mohammed Omer leggen. Blumenthal registreert de gruwelijke feiten, terwijl Omer bij vlagen op poëtische toon vanuit de Palestijnse psyche spreekt. Hij ziet hoe de traditie van gastvrijheid en sociale cohesie een belangrijke rol blijft spelen nu zo ontzettend veel mensen zijn aangewezen op hulp. Hoe wreder de vijand, hoe sterker de onderlinge band. Omer schrijft: “De Palestijnen zijn als twee oude mensen die ik ken wier huis tijdens de oorlog is verwoest. De pilaren van het huis zijn neergehaald, maar zij blijven staan als menselijke pilaren, samen met vrienden en buren die zich verzamelen om verdere ineenstorting te voorkomen.”
Zoals keer op keer blijkt is Israël vooral bang voor betrouwbare getuigenissen van de ellende waarin de zionisten de Palestijnen hebben gestort. Om die reden mag Mads Gilbert het land niet meer in, hij heeft een permanent reisverbod gekregen. De stemmen uit Gaza kan men in Israël nog wel de baas met behulp van propaganda, maar een man met internationaal aanzien is een stuk lastiger. Zoals Palestijnse kunstenaars en anderen die de Palestijnen een menselijk gezicht kunnen geven vaak juist niet mogen uitreizen.
Tegen de tijd dat de Engelse vertaling verscheen waren er alweer maanden verstreken. En in een kort nawoord voor de Engelse editie stelt Gilbert vast dat er zo goed als niets is gedaan aan wederopbouw. Israël weigert ook maar iets bij te dragen en de internationale gemeenschap is kennelijk niet in staat noodzakelijke maatregelen af te dwingen. Als we nog veel langer wachten hoeft het niet meer. Gilbert: ”De onderdrukking van Gaza is nog steeds een bron van schaamte voor de westerse wereld. We mogen Israëls oorlogsmisdaden niet langer tolereren. Wij zijn allemaal verantwoordelijk. We moeten handelen nu het nog kan.”
9. Actuele notities
– Opnieuw vredesgesprekken tussen Israël en de Palestijnen?
– Denkt Abbas aan zijn opvolging of wil hij zijn positie versterken?
– Bouw van nieuw paleis dichtbij Ramalah veroorzaakt deining
– Herschikking van de Israëlische regering pas 5 maand na de verkiezingen
– Palestijnse Autoriteit boos over onderhandelingen tussen Hamas en Israël
– Gazastrook onbewoonbaar in 2020?
– Hypocriete verantwaardiging van Netanyahu over dood van Palestijns kind in brand
– Israël beschouwt de internationale boycotcampagne als een strategische bedreiging
– Parijs: Tel Aviv sur Seine of Gaza plage?
– Mag men een hongerstaker dwingen om te eten?
– Onverwachte toenadering tussen Israël en Griekenland
– Bagdad boos op Israëlische petroleumbevoorraading in Iraaks Koerdistan
– De bittere strijd van de bewoners van Susiya
– Ook dit nog
Opnieuw vredesgesprekken tussen Israël en de Palestijnen?
De Israëlische eerste minister Benjamin Netanyahu verklaart bereid te zijn zich naar Ramalah of eender waar te begeven om met de Palestijnse president Mahmoud Abbas gesprekken te beginnen. Hij is voorstander van twee staten, maar de Palestijnse staat moet gedemilitariseerd zijn en het joodse karakter van de staat Israël erkennen (Le Soir, 2.9.2015, p. 10). Dit laatste komt neer op het bestendigen van de discriminatie van de Palestijnen binnen Israël en op het verzaken van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen.
Ook de paus pleit voor rechtstreekse onderhandelingen tussen Israëli’s en Palestijnen, maar zonder voorafgaande voorwaarden. Hij dringt aan op een akkoord dat de legitieme verzuchtingen van beide volkeren in acht neemt (La Libre Belgique, 4.9.2015, p. 31).
Denkt Abbas aan zijn opvolging of wil hij zijn positie versterken ?
Op 22 augustus heeft de Palestijnse president Mahmoud Abbas aangekondigd dat hij zich samen met 10 (zoals Hana Ashrawi) van de 18 leden terugtrekt uit het uitvoerend comité van de PLO (Palestine Liberation Organization) een koepelorganisatie van de meeste Palestijnse politieke partijen (El Fatah, FPLP, …) behalve Hamas (De Morgen, 24.8.2015, p. 10). Abbas neemt echter geen ontslag als president van de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA). De nationale raad van de PLO zal op 16 september samenkomen om de samenstelling van het uitvoerend comité te hernieuwen.
Er wordt druk gespeculeerd over de bedoelingen van Abbas. Wil hij minder kritische leden laten aanstellen? Heeft hij gezondheidsproblemen en wil hij zijn opvolging regelen? In de media worden al een aantal namen van potentiële opvolgers naar voor geschoven. Saeb Erekat (vertrouweling van Abbas en onderhandelaar voor de PNA), Mohammed Dahlan (vijand van Abbas en voormalig hoofd van de Palestijnse veiligheidsdienst in Gaza), Salam Fayyad (voormalige Palestijnse eerste minister maar er was een huiszoekingsbevel tegen hem) en Jibril Rajoub (voorzitter van het Palestijns Olympisch Comité). Ook de naam van Yasser Abed Rabo (voormalig secretaris-generaal van de PLO) is gevallen, maar hij maakt weinig kans omdat hij veel kritiek tegen Abbas uitte. Worden ook genoemd: Marwan Barghouti (leider van de 2e intifada en lid van El Fatah) maar die zit levenslang opgesloten in een Israëlische gevangenis, en Ismaïl Hanyeh (Hamas) maar moet niet op veel steun in de Westbank rekenen.
Bouw van nieuw paleis dichtbij Ramalah veroorzaakt deining
De PECDAR (Economische Raad voor de heropbouw van de Palestijnse Autoriteit) wil op de heuvel van Surda dichtbij Ramalah een project van 2,7 ha ontwikkelen. Het plan bevat 2 helihavens en een residentiegebouw om vooraanstaande buitenlandse gasten van de nationale Palestijnse autoriteit (NPA) te ontvangen. De werken zouden 2 jaar duren. Geraamde kostprijs: 13 miljoen dollar of 11,66 miljoen euro (Le Soir, 29.8.2015, p. 15).
In Israël werd dit “schandaal” veelvuldig aangehaald in de media en ook de Israëlische kolonisten in de bezette Westbank sprongen op de kar om de “grootheidswaanzin” van de Palestijnse president Abbas aan te klagen.
Ook Hamas is niet tevreden en zegt dat de PNA een paleis bouwt op kosten van de bewoners van de Gazastrook: hun woningen werden tijdens de zomer 2014 door Israël platgebombardeerden maar door de Israëlische blokkade kunnen deze niet heropgebouwd worden.
Herschikking van de Israëlische regering pas 5 maand na de verkiezingen
Danny Danon (Likoedpartij), minister van Wetenschap, Technologie en Ruimte werd in augustus door Netnyahu benoemd tot Israëlisch ambassadeur bij de Verenigde Naties in New York. Deze voorstander van de harde lijn zal nu in de Algemene Vergadering van de VN de kans krijgen om het nucleair akkoord met Iran te bestrijden. Hij is ook een vurige tegenstander van een onafhankelijke Palestijnse staat. Netanyahu vangt twee vliegen in één slag. Hij ontdoet zich van een ambitieuze rivaal en er komt een ministerpost vrij.
Ook andere benoemingen in het buitenland hebben onlangs plaatsgehad. Zo werd Dani Dayan, hoofd van de kolonistenraad Yesha, naar Brazilië gestuurd en zal Mark Regev, woordvoerder van eerste minister Netanyahu, voortaan Israël in Londen vertegenwoordigen.
Majed Bamyra, Palestijns diplomaat in Ramalah, waarschuwt: “De Israëlische regering voert de vlag van zijn koloniale en racistische ideologie.” Ze vraagt wat de internationale gemeenschap gaat ondernemen tegen deze Israëlische koersverandering (Le Monde, 18.8.2015, p. 3).
Palestijnse Autoriteit boos over onderhandelingen tussen Hamas en Israël
Op 18 augustus beschuldigde Riad al-Malki (Palestijns minister van Buitenlandse Zaken) Hamas ervan de fysieke verdeling van Gaza en de Westbank te bekrachtigen (La Libre Belgique, 19.8.2015, p. 3). Hamas is indirecte onderhandelingen met Israël begonnen over een wapenstilstand van acht tot tien jaar. Deze onrechtstreekse contacten zouden in Doha verlopen tussen de Hamasleider Khaled Mechaal en de Britse ex-diplomaat Tony Blair. In ruil voor een wapenstilstand van acht jaar zou een haven in de stad Gaza gebouwd worden en zou er voor de Palestijnse boten een zeecorridor mogelijk zijn tot aan het Turkse deel van Cyprus. Ook de luchthaven van Gaza en de infrastructuur (water, elektriciteit, riolering) zouden hersteld worden (Le Soir, 22.8.2015, p. 15).
Gazastrook onbewoonbaar in 2020?
De Gazastrook zou tegen 2020 onbewoonbaar kunnen worden, als er aan de huidige economische ontwikkelingen niets verandert. Dat zegt UNCTAD (VN-conferentie voor Handel en Ontwikkeling) in haar jaarrapport over de hulp aan de Palestijnse bevolking. “Het inkomen per inwoner in de Gazastrook ligt vandaag op 72 procent van het niveau in 1994. (…) Het aantal Palestijnen dat afhankelijk is van de VN-voedselhulp, is gestegen van 72 000 in 2000 naar 868 000 in mei dit jaar. Dat is bijna de helft van het aantal inwoners. (…) Boven op acht jaar economische blokkade, heeft Gaza de voorbije zes jaar drie militaire operaties ondergaan. Die hebben het vermogen kapot gemaakt om te exporteren en voor de lokale bevolking te produceren, ze hebben de al verzwakte infrastructuur vernietigd en geen tijd gelaten voor heropbouw en economisch beleid“, schrijven de auteurs van het jaarlijks rapport (De Standaard, 3.9.2015, p. 16).
Hyporcriete verontwaardiging van Netanyahu over dood van Palestijns kind in brand
Vrijdagochtend 31 juli werden in het Palestijns dorpje Duma, niet ver van Nabloes op de bezette Westelijke Jordaanoever, twee brandbommen gegooid in een huis terwijl de bewoners, een gezin met twee kinderen, lagen te slapen. Het achttien maanden oud jongetje Ali Saad Dawabsha kon niet meer gered worden. Enkele dagen nadien overleed ook de vader aan zijn brandwonden en begin september de moeder. In een tweede huis in het dorp werd dezelfde ochtend ook brand gesticht, maar er was gelukkig niemand thuis. De twee huizen werden beklad met graffitti in het Hebreeuws: “Lang leve de Messias” en “Wraak“. Er werd ook een davidster op een van de muren gespoten (De Standaard, 1.8.2015, p. 24). Het woord “wraak” vewijst naar de zogenoemde “prijskaartjestactiek” die bepaalde jonge kolonisten toepassen telkens als vergelding tegen ontmanteling van joodse voorposten door het Israëlische leger. Zo werden eind juli twee half afgebouwde huizen van de voorpost van de kolonie Beit-El dichtbij Ramalah gesloopt na een arrest van het Israëlisch hooggerechtshof.
Naftali Benett, Israëlisch minister van Onderwijs en Diasporazaken, veroordeelde de terroristische aanslag (De Morgen, 1.8.2015, p. 9). Benett behoort tot Het Joodse Huis, een politieke partij die voorstander is van de uitbreiding van de Israëlische kolonies op Palestijns grongebied en zelfs van de annexatie van de bezette Westelijke Jordaanoever. Benett wordt door de Palestijnen hypocrisie verweten, omdat zijn opvattingen juist aanzetten tot aanslagen tegen Palestijnen. Ook het bezoek van de Israëlische eerste minister Benjamin Netanyahu aan de getroffen familie in het ziekenhuis was een staaltje van scheinheiligheid. Hierover schrijft journalist Jef Nyssen: “Het staat immers vast dat hijzelf en zijn regering bijna twee decennia lang het conflict hebben aangewakkerd en er alles aan hebben gedaan om Israëlische initiatieven te promoten die de Palestijnen wegpesten. (…) Kan het werkelijk zijn dat Netanyahu het verband niet ziet tussen het geweld en het jarenlange en systematishh promoten van het idee dat Palestijnen tweederangsburgers zijn, die het liefst van al dienen te verhuizen naar een gebied dat niet binnen de contouren van de staat Israël ligt? (…) Valt het werkelijk te verbazen dat een dergelijke mentalitiet aan de basis ligt van de toename van Israëlisch extreemrechts, dat zich het gecultiveerde beeld heeft toegeëigend dat de jood als bezetter de uitverkorene is en dus per definitie het recht heeft om te beschouwen dat het leven en de rechten van de onderdrukte (de Palestijn in dit geval) volledig ondergeschikt zijn aan die van hem?” (Jef Nyssen, De vermeende verontwaardiging van Netanyahu, in Meervoud, september 2015, p. 25).
Netanyahu heeft trouwens al aangekondigd dat de sloop van de twee huizen van de kolonisten zal gecompenseerd worden door de bouw van 300 huizen voor de kolonisten in Beit-El. Er zijn ook plannen voor nog eens 504 woningen in de israëlische kolonies van het geannexeerde Oost-Jeruzalem (De Morgen, 30.7.2015, p. 14 en http://www.demorgen.be/plus/israel-gaat-kolonies-weer-uitbreiden-a-1438213861716/).
Israël beschouwt de internationale boycotcampagne als een strategische bedreiging
Op 9 juli 2005 deed het Palestijns nationaal BDS-comité een oproep voor een internationale boycot om Israël te dwingen tot terugtrekking uit de bezette gebieden, tot het stopzetten van de discriminatie van de Palestijnen binnen Israël en tot het uitvoeren van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen.
Daar de BDS-campagne op een groeiende internationale bijval kan rekenen, ging Israël over tot de tegenaanval. In universiteiten zoals Londen, Madrid, Brussel, Johannesburg en in de zone van Las Vegas heeft de academische boycot steeds meer aanhang. De Israëlische president Reuven Rivlin heeft begin juni de voorzitters van de Israëlische universiteiten bijeengeroepen om hen te waarschuwen voor de “strategische bedreiging” van de BDS voor het land (Le Monde, 7.6.2015, Éco&entreprise, p. 2).
Ook Sheldon Adelson, de Amerikaanse casino-eigenaar (Las Vegas, Macao, Singapore), wil zijn steentje bijdragen tegen de BDS-campagne in de Verenigde Staten. Op 6 juni organiseerde hij in Las Vegas een vergadering met andere rijke vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap, zoals Haïm Saban, Adam Milstein en Heather Reisman, en met invloedrijke organisaties om een strategie tegen de BDS uit te werken. Ze willen onder andere de organisatie van een aantal conferenties in de Amerikaanse universiteiten financieren (La Libre Belgique, 5.6.2015, p. 21).
Ook in Europa kan Israël op steun rekenen om de boycot te bestrijden. Zo deed Laurent Joffrin, redactiedirecteur van de linkse Franse krant “Libération“, op 14 augustus, naar aanleiding van de actie tegen “Tel Aviv sur Seine”, een aanval tegen de “misleidende gematigdheid” van de BDS en van Omar Barghouti, coördinator van de BDS-campagne. Barghouti antwoordde (Libération, 1982015) dat de BDS een niet gewelddadige tactiek van verzet tegen onrechtvaardigheid is (http://www.liberation.fr/debats/2015/08/19/boycott-contre-israel-une-reponse-a-laurent-joffrin_1365783).
Ook al blijkt de BDS-campagne de Israëlische economie nog niet in het gedrang te brengen, toch vallen er een aantal niet te ontkennen successen te noteren. Zo verloor de Franse multinational Veolia zowat 26 miljard dollar aan contracten en aanbestedingen in Zweden, de VS en Koeweit. In januari 2014 verloor Veolia in de Amerikaanse stad Boston een aanbesteding van 4,26 miljard dollar. In Sint-Louis, een andere Amerikaanse stad, heeft Veolia een offerte teruggetrokken voor een activiteit van consulting voor watervoorziening (Le Monde, 3.7.2015, p. 3). Ook in Nederland was er een actie tegen de verlenging van de concessie van Veolia voor het busvervoer in Noord-Brabant. In maart 2014 werd het bedrijf Veolia Transport Belgium verkocht aan de GIMV en het Luxemburgse investeringsfonds Cube Infrastructure Fund. Het bedrijft heet nu Hansea.
Veolia die de tramlijn tussen Jeruzalem en de Israëlische kolonies bouwde, heeft nu bijna al zijn activiteiten in Israël verkocht.
Gedeeltelijk door de BDS-successen zijn in 2014 de directe buitenlandse investeringen in Israël met 46 percent gedaald. Als het zo verder gaat zouden deze verliezen binnen de tien komende jaren kunnen oplopen tot 1 à 2 procent van het bruto binnenlands product van Israël (Afrique Asie, september 2015, p. 5).
Lees ook: Joe Catron, 10 jaar BDS: in de ogen van Israël ‘een strategische bedreiging van de eerste orde’, in Soemoed, mei-augustus 2015, p. 36-38.
Parijs: Tel Aviv sur Seine of Gaza plage?
Op 13 augustus organiseerde Parijs een speciale dag “Tel Aviv sur Seine”. Dit in het kader van Paris Plages, waarbij een maand lang tijdens de vakantie een kunstmatig strand aan de oever van de Seine wordt aangelegd. Deze themadag botste op heel wat tegenstand. Het Parijse gemeenteraadslid Danielle Simonnet van de Parti de Gauche interpelleerde de socialistische burgemeester Anne Hidalgo: “Een jaar geleden richtte Israël nog een bloedbad aan op de Gazastrook. De Israëlische regering is het kolonisatiebeleid alleen maar aan het intensiveren” (De Standaard, 11.8.2015, p. 18). Ze vroeg dan ook het gemeentebestuur de speciale dag af te lasten. Ook de Communistische Partij sloot zich aan bij Simonnet. Tevergeefs, want het gemeentebestuur besloot dat de feestactiviteiten gewoon zouden doorgaan.
De dag zelf waren 500 rijkswachters aanwezig alsook een knokploeg van de Ligue de Défense Juive (LDJ) om het gering aantal opgedoken pro-Israëlische “strandgangers” te beschermen. Er werd ook een tegenbetoging georganiseerd door EuroPalestine, M’Palestine (Agence Médias Palestine) en BDS France.
Met het jaarlijkse initiatief van Paris Plages is op zich niets verkeerds, omdat het aan de minst gegoede Parijzenaars ook de kans wil geven om van de strandgeneugten te kunnen genieten. Maar waarom in Gods naam een themadag aan de Israëlische hoofdstad Tel Aviv wijden. Tel Aviv beschikt over een mondaine plage op slechts 15 km vanwaar er een koloniale bezetting heerst.
Mag men een hongerstaker dwingen om te eten?
Sinds 6 november 2014 zat de Palestijnse advocaat Mohammed Allan opgesloten in een Israëlische gevangenis. Hij was in administratieve hechtenis geplaatst, dit is een opsluiting van zes maanden zonder vorm van proces die onbeperkt met zes maanden verlengbaar is. Volgens de cijfers van de Palestijnse NGO Addameer (http://www.addameer.org/statistics) zaten er in augustus 250 Palestijnen in adminsitratieve hechtenis, waaronder een parlementslid. Op 16 juni startte Mohammed Allan een hongerstaking om tegen zijn administratieve hechtenis te protesteren. Om te voorkomen dat een eventuele hongerdood tot geweld op de bezette Westelijke Jordaanoever zou leiden, begon Israël met hem te onderhandelen. Het eerste voorstel was de vrijlating op voorwaarde dat hij akkoord ging met een verbanning van vier jaar. Een tweede voorstel was zijn vrijlating na het einde van de tweede periode van zes maanden, namelijk op 6 november 2015. Zijn advocaat ging hiermee akkoord, maar intussen werd Allan in het ziekenhuis opgenomen en werd hij op 19 augustus in een kunstmatige coma geplaatst. Op basis van een in juli goedgekeurde wet die dwangvoeding toelaat, beval de regering om Allan voedsel toe te dienen, maar de artsen weigerden, omdat ze dit als een folterpraktijk beschouwen (Le Monde, 22.8.2015, p. 5).
Intussen besliste het Israëlisch Hoogerrechtshof dat Allan voorlopig in het ziekenhuis mocht blijven, dat hij bezoek mocht ontvangen en dat hij geen handboeien meer moest dragen. Zijn administratieve hechtenis werd dus opgeschort. Zodra zijn toestand zou verbeteren, kan hij officieel om zijn vrijlating vragen.
Onverwachte toenadering tussen Israël en Griekenland
Al een tiental jaren heeft Griekenland zijn militaire samenwerking met Israël versterkt. Maar nu heeft de nieuwe “radicaal” linkse regering van eerste minister Alexis Tsipras (Syriza-partij) een stap verder gezet met het akkoord Kammenos-Yaalon. De Griekse minister van Defensie Panios Kammenos ( ANEL-partij) bracht op 19 juli een bezoek aan Israël. Hij ontmoette daar zijn Israëlische collega Moshe Yaalon. Beide landen zullen de komende maanden met Cyprus gemeenschappelijke militaire oefeningen organiseren. Gelijkaardige oefeningen vonden al in 2010 plaats, maar nu mag voor het eerst tijdens de oefeningen het Israëlisch militair personeel op Grieks grondgebied gehuisvest worden.
Nochtans voorziet het manifest van Syriza van 2012 de opschorting van de militaire samenwerking met Israël. Maar economische en strategische belangen wegen blijkbaar zwaarder door. Griekenland en Israël willen zich sterk opstellen tegen Turkije. Bovendien werd in de zeewateren rond Cyprus een gasvoorraad ontdekt, waarin ook Israël geïnteresseerd is. Er is nu zelfs sprake van een topontmoeting in de herfst tussen de eerste ministers van beide landen (Le Monde, 21.8.2015, p. 3). Lees ook:
https://electronicintifada.net/blogs/ali-abunimah/greek-forces-train-israel-syriza-led-government-deepens-alliance
Bagdad boos op Israëlische petroleumbevoorraading in Iraaks Koerdistan
Sinds een aantal maanden koopt Israël grote hoeveelheden aardolie afkomstig uit het semi-autonoom gebied van Iraaks Koerdistan en dit zonder instemming van de Iraakse staat. Over een periode van begin mei tot 11 augustus betreft het 19 miljoen vaten voor een totaal bedrag van 900 miljoen euro (toenmalige marktwaarde). Het komt overeen met 77 procent van de gemiddelde Israëlische energievraag (Le Monde, 29.8.2015, p. 4). De petroleum wordt via een pijplijn naar de Turkse haven Ceylan vervoerd. De Koerdische petroleummaatschappij Erbil had al in 2014 petroleum willen verkopen, maar Irak had dit door gerechtelijke procedures verhinderd. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat Irak nu in Israël de verkopers juridisch zal vervolgen.
De bittere strijd van de bewoners van Susiya
Susiya ligt in het heuvelachtig gebied ten zuiden van Hebron op de bezette Westelijke Jordaanoever. De Palestijnse herders en boeren hebben in de rotsen grotten gehouwen om er te wonen en om er waterreservoirs aan te leggen. De grotten werden door het Israëlische leger vernield en de reservoirs ontoegankelijk gemaakt. Het is een land van olijbomen en wijngaarden. Syusya bevindt zich in zone C die onder totale controle van Israël staat. Sinds dertig jaar proberen de Israëlische kolonisten de bewoners van dit Palestijnse dorp weg te jagen.
In 1968 werd een heel oude synagoge in Sysiya ontdekt en kwamen Israëlische kolonisten er zich vestigen. De Palestijnse bewoners moesten enkele honderden meters verde verhuizen. In 2001 werden de bewoners opnieuw door het Israëlische leger uit hun woningen gezet. Ze verhuisden naar de plaats waar ze nu wonen. Israël heeft een zeer uitgebreide bufferzone rond de joodse kolonie van Sussiya vastgelegd, waar de Palestijnse dorpelingen zich niet mogen begeven. Op 3 augustus moest het Israëlisch hooggerechtshof zich uitspreken over het hoger beroep van de 340 bewoners die de vernieling van hun woningen willen verhinderen (Le Monde, 24.7.2015, p. 6, lees ook: http://972mag.com/hundreds-protest-forced-transfer-destruction-of-palestinian-village-of-susya/109250/). Het betreft tenten met tapijten en enkele meubels en stoelen. De COGAT (Coordination of Government Activities in the Territories) liet weten niet te willen wachten op de uitspraak van het hooggerechtshof. Er kwam protest en Westerse diplomaten kwamen al ter plaatse om zich van de toestand te vergewissen. Ook het lot van 17 andere dorpen op deze heuvels staat op spel.
Dit is geen alleenstaand geval. In zone C moeten bouwaanvragen door Israël goedgekeurd worden. Tussen 2010 en 2014 heeft Israël slechts een anderhalf procent van de Palestijnse aanvragen aanvaard. Bijgevolg bouwen de Palestijnen “illegaal” in de ogen van het Israëlische bestuur en riskeren ze een sloopbevel te ontvangen. Tussen 1988 en 2014 heeft Israël in totaal 14 000 sloopbevelen uitgevaardigd. Vandaag staan er nog meer dan 11 000 open. Worden die uitgevoerd, dan dreigen volgens de VN 17 000 Palestijnse woningen en schuren te worden gesloopt (The Guardian, 7.9.2015, http://www.commentive.com/the-guardian-us-israel-plans-to-demolish-17-000-arab-buildings-in-west-bank-un-says). Wie een sloopbevel heeft ontvangen, kan op elk moment zijn huis verliezen en leeft in permanente onzekerheid. In de eerste helft van dit jaar werden al 245 Palestijnse bouwstructuren in zone C gesloopt (De Standaard, 8.9.2015).
Ook dit nog
– Op 22 augustus heeft de Israëlische luchtmacht in het zuiden van Syrië (Golan) vier à vijf Syriërs gedood die volgens de Israëlische regering raketten op Israël zouden hebben afgeschoten.
– Netanyahu verwerpt de oproep om Syrische vluchelingen in Israël op te vangen (Trends en Knack van 6.9.2015 http://www.knack.be/nieuws/wereld/netanyahu-israel-is-te-klein-om-syrische-vluchtelingen-op-te-vangen/article-normal-600409.html http://trendstop.knack.be/en/belga/1068/402229/netanyahu-verwerpt-oproep-om-syrische-vluchtelingen-op-te-vangen.aspx.) Misschien kan hij al beginnen met de Palestijnse vluchtelingen die volgens de VN-resolutie (11 december 1948) recht hebben om naar hun dorpen en steden terug te keren.
10. Lees eens een boek
Palestina Solidariteit biedt een hele reeks boeken over Palestina tegen een schappelijke prijs te koop aan. Leden van Palestina solidariteit krijgen bovendien een korting van 10%.
Zie: https://www.palestinasolidariteit.be/content/educatief-en-solidariteitsmateriaal
Elias Sanbar
La Palestine expliquée à tout le monde
Elias Sanbar, La Palestine expliquée à tout le monde, Edition du Seuil, 2013, 104 pagina’s. (https://web.archive.org/web/20160309000542/http://www.seuil.com/livre-9782021120684.htm)
Voor de lezers die de Franse taal machtig zijn raden we dit boekje aan. Het is geschreven in de vorm van vraag en antwoord.
Het historisch overzicht begint met het einde van de 19e eeuw toen Palestina nog bebehoorde tot het Ottomaanse Rijk. Daarna heeft de auteur het over de joodse Oostenrijker Theodor Herzl en het zionistische congres van Bazel in 1897. Daarna citeert hij sjeik Suleiman al-Taji Al-Faruqi die in 1905 schreef dat het zionisme erop uit is om van de Palestijnen vreemdelingen in hun eigen land te maken. Hij vermeldt ook het geheime verdrag van 16 mei 1916 tussen de Brit Mark Sykes en de Fransman François Georges-Picot over de verdeling van het Ottomaanse Rijk: Libanon en Syrië gaan naar Frankrijk, terwijl de Britten Palestina, Irak en Jordanië krijgen. En dan is er de Balfour-verklaring van 2 november 1917 waarin de Britse minister van Buitenlandse Zaken Balfour aan Lord Rothschild de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk belooft. Daarna komt er een toevloed van Europese joodse migranten naar Palestina, die nog versterkt en gelegitimeerd wordt door de Holocaust tijdens de tweede wereldoorlog.
Op 29 november 1947 wordt het VN-verdeelplan (resolutie 181) goedgekeurd waardoor de joodse minderheid 56% van het grondgebied toegewezen kreeg. De Palestijn Jamal al-Husseini (p. 31) had een tegenvoorstel geformuleerd dat toen verworpen werd: een onafhankelijke Palestijnse staat met volwaardige en gelijke burgerrechten voor iedereen. De auteur Sanbar spreekt van de eerste Palestijnse oorlog (29 november 1947 – 14 mei 1948) en van het Dalet-plan (p. 28) dat als doel had door geweld en terreur de Palestijnse bevolking van de gewapende joodse milities op de vlucht te jagen. Tijdens die eerste oorlog zouden al meer dan 440 000 Palestijnen verdreven zijn. In de nacht van 8 op 9 april 1948 werd de meerderheid van de inwoners van het Palestijnse dorp Deir Yassin (p. 38) door zionistische milities uitgemoord. Op 22 juli 1946 pleegde de zionistische militie Etsel een bomaanslag op het King David Hotel in Jeruzalem met 91 doden als gevolg en op 17 september 1948 werd de Zweedse graaf en diplomaat Folke Bernadotte in Jeruzalem door de zionistische militie Lehi vermoord. Na de eenzijdige uitroeping van een Hebreeuwse staat op 14 mei 1948 door Ben Gurion begint de tweede Palestijnse oorlog tussen de Joodse milities en de Arabische legers van Egypte, Syrië, Libanon en Jordanië. Uiteindelijk zijn in totaal 800 000 Palestijnen gevlucht, ook per boot. Dit noemt men de Nakba of katastrofe (ramp).
De Israëlische propaganda hamert er steeds op dat de Palestijnen de joden in de zee willen drijven, terwijl de Palestijnse vluchtelingen in 1947 en 1948 zelf de zee werden ingedreven (p. 42). Er werd hen niet alleen verweten de holocaust te ontkennen, maar zich ook te verzetten tegen de slachtoffers van de Holocaust. Een andere propagandistische leugen die onder andere de Israëlische eerste Minister Golda Meir hielp verspreiden was dat de Palestijnen nooit hebben bestaan. De Palestijnse verzetsbeweging El Fatah zet de Palestijnen in 1968 op de kaart met de overwinning van Karameh op de Israëlische legermacht (p. 55-57). Ook de vliegtuigkapingen in de jaren ’70 door het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (FPLP) trokken de aandacht van de wereld op de situatie van de Palestijnen en de Israëlische. In 1987 begint de eerste intifada (p. 69) en in november 1988 wordt in Tunis de onafhankelijkheid van de Palestijnse staat binnen de grenzen van de in juni 1967 bezette gebieden door de PLO (Palstine Liberation Organization uitgeroepen (p. 72). Op 13 september 1993 worden in Washington de Oslo-akkoorden door Rabin (Israël) en Arafat (PLO) ondertekend en in hetzelfde jaar doet Arafat zijn blijde intrede in Gaza (p. 83). In 1995 werd Rabin door een joodse student vermoord. De Oslo-akkoorden voorzagen in een onafhankelijke Palestijnse staat, maar die is er nooit gekomen. Een van de obstakels was het kolonisatiebeleid van de Israëlische regeringen. In 1993 waren er al 260 000 Israëlische kolonisten in de bezette Palestijnse gebieden, tien jaar later was dit aantal geklommen tot 444 000 en in 2013 telde men er 560 000 (p.85-86). In 2000 waren er besprekingen in Camp David (Verenigde Staten) tussen Arafat en de toenmalige Israëlische premier Barak, maar die eiste de erkenning van Israël als joodse staat. Daarna waren er nog onderhandelingen in Taba (Egypte) in januari 2001, maar ook die leidden tot niets. Intussen was op 28 september 2000 de tweede intifada begonnen en werd in 2003 gestart met de bouw van de Israëlische apartheidsmuur die heel wat Palestijns grondgebied inpalmde (p. 93). Hamas won in 2006 de Palestijnse parlementsverkiezingen en nam in 2007 het bestuur in de Gazastrook over.
Ten slotte beantwoordt Sanbar de vraag over de één- of tweestatenoplossing. Ideaal opteert hij voor één staat met gelijke rechten en plichten voor alle burgers zoals El Fatah in 1969 had voorgesteld. Maar hij vindt dat praktisch niet haalbaar en verkiest dus de tweestatenoplossing (p. 95-99).
Sébastien BOUSSOIS, Israël entre quatre murs – La politique sécuritaire dans l’impasse, GRIP (Groupe de Recherche et d’Information sur la Paix et la sécurité), 2014, 125 pagina’s.
http://www.grip.org/sites/grip.org/files/LIVRES_DU_GRIP/LIVRES_GRIP/israel_4_murs_pages10-21.pdf en http://www.grip.org/fr/node/1373
De auteur Sébastien Boussois is geassocieerd onderzoeker bij de ULB (Université libre de Bruxelles), voorzitter van CCMO (Cercle des chercheurs sur le Moyen-Orient) en wetenschappelijk adviseur bij het MEDEA (Institut de coopération méditerranéenne et euro-arabe).
In de inleiding vraagt Boussois zich af of de doctrine van de Israëlische veiligheid (tegenover de Arabische regio en omgeving, Iran inbegrepen) meer te maken heeft met een verkeerde inschatting van de reële bedreigingen dan met een overschatting van het gevaar.
in het eerste hoofdstuk (p. 11) van zijn boek bespreekt de auteur de ideologische redenen van de beveiliging van de Israëlische ruimte tegenover de “Arabieren”. Hij verwijst hier naar het boek de “Iron Wall” (1999) van Avi Shlaïm (https://www.nytimes.com/books/first/s/shlaim-wall.html). De zionist Zeev Jabotinski en zijn volgelingen waren ervan overtuigd dat er een ijzeren muur moest opgericht worden zodat de “Arabieren” de stichting van de staat Israël in Palestina niet zouden kunnen verhinderen.
Na 1948 werd het angstgevoel door de zionistische leiders in stand gehouden. Enerzijds zegt men dat de joden na de Holocaust nergens meer veilig zijn in Europa en anderzijds onderhoudt en verspreidt men het idee dat de Arabieren alle joden in de zee willen drijven (p. 16).
Sinds 1967 beschikt Israël over atoomwapens. In 1981 bombardeert Israël de Iraakse kernreactor van Osirak. Dit kadert in de Begin doctrine: Israël zal alles in het werk stellen om te voorkomen dat een ander land in het Midden-Oosten over atoomwapens zou beschikken. Meer recent is er de Dahiya doctrine die de Israëlische generaal Gadi Eizenkot toepaste in de oorlog van 2006 tegen Libanon: het onevenredig geweld is toegelaten ook tegen burgerlijke doelwitten en infrastructuur.
Ook het argument van “Israël de enige democratie in het Midden-Oosten” wordt gebruikt om preventieve oorlogen te voeren tegen de Arabische “dictaturen” (p. 21 en 26).
Ook het “demografische gevaar” van de sneller groeiende Palestijnse bevolking werd door de Israëlische premier Ariel Sharon gebruikt toen hij in 2004 de joden uit Frankrijk opriep om naar “het beloofde land” te verhuizen (p. 27).
In het tweede hoofdstuk geeft de auteur toelichting bij de mythe van Amalek. Hij citeert de bijbel (Deuteronium 25, 17-19) waarin herinnerd wordt aan Amalek die het joodse volk tijdens de uittocht uit Egypte had aangevallen. Israëlische leiders grijpen graag terug naar de mythologie en de geschiedenis van het joodse volk. Dit gebeurde onder andere in het kader van de campagne tegen Iran toen de eerste minister Netanyahu op 27 september 2012 in de Verenigde Naties zei dat koning David 3000 jaar geleden de staat Israël had opgericht: “De geschiedenis heeft bewezen dat het joodse volk alle vernielingen heeft overleefd” (p. 42). Ondanks het verzein de t van de militaire staf verklaarde Netanyahu zich bereid om Iran aan te vallen, zelfs zonder de steun van de Verenigde Staten. Intussen doet Israël een beroep op cyberterroristen die de virus Stuxnet in de Iraanse informaticasystemen verspreidden om het nucleair programma van Iran te dwarsbomen (p. 51).
De Arabische lente, de burgeroorlogen in Syrië, Irak en Lybië en de opkomst van de Islamitische staat (Daech) hebben ook het Israëlische veiligheidsbeleid beïnvloed. Israël heeft de banden aangehaald met het Egypte van generaal Al-Sisi, met de Koerden van Irak, met Jordanië, Saoedie-Arabië, Azerbeidzjan (p 88), Griekenland (p. 89-90) en Frankrijk. Met Turkije zijn de betrekkingen sinds de Israëlische aanval op het humanitair Gazakonvooi en het Turks schip Mavi Marmara enigszins bekoeld maar niet totaal verbroken.
Israël sluit zich steeds meer op in een politiek van gettoïsering (p. 91) onder het motto van “iedereen is tegen ons”. Israël bouwde verschillende muren: de apartheidsmuur van 760 km op de Westelijke Jordaanoever, een muur van 60 km rond de Gazastrook, een muur van 250 km langs de zuidelijke grens met Egypte, een muur van 1 km langs de grens met Libanon en een metalen hekken van 120 km op de bezette Syrische hoogvlakte. Bovendien heeft Israël zich uitgerust met de “Iron Dome” een soort antirakkettenschild.
Sébastien Boussois vermeldt ook de Israëlische filmdocumentaire “The Gatekeepers” (p. 99-100) van Dror Moreh die zes voormalige hoofden van de veiligheidsdienst Shin Beth aan het woord laat. De film toont aan dat alle Israëlische regeringen sinds 1967 er een louter nationalistische en securitaire logica op nahielden.
In zijn conclusie (p. 113-122) citeert Boussois de Franse journalist Dominique Vidal: “Ik weet dat de Israëlische strategie bestempeld wordt als een strategie van het behouden van de status-quo. Het klopt als men daarmee de weigering van elke terugtrekking uit de bezette gebieden bedoelt, a fortiori van elke oprichting van een volwaardige Palestijnse staat. Maar letterlijk is het niet juist, want elke onderhandeling met Israël gaat gepaard met een uitbreiding van de kolonisatie” (p. 113).
Soemoed mei-augustus 2015
Tweemaandelijks tijdschrift van het Nederlands Palestina Komitee
Inhoud
- 4 Gaza-offensief: vijf schrijnende verhalen.
- 6 Gaza-offensief: getuigenissen van Israëlische soldaten.
- 9 VN-rapport Gazaoffensief: oorlogsmisdaden.
- 11 Freedom Theater (Jenin): “Onze producties zijn gevaarlijk voor Israël.”
- 13 Escalatie: enkele wetsvoorstellen van de nieuwe regering Netanyahu.
- 14 Palestina & het ICC: PNA-minister Riad al-Malki in De Haag.
- 17 Balans: de Islamitische Staat – jaar één.
- 19 Israëls naderende oorlog met Libanon.
- 21 Bezet Oost-Jeruzalem: langzaam geweld, koud geweld.
- 24 E-1: een joodse nederzetting in de wachtkamer.
- 27 Palestina: archeologische oorlogsvoering.
- 29 Stéphanie Latte-Abdallah: “Voor Israël is de bezetting steeds meer een managementprobleem geworden.”
- 33 Dubbele journalistieke censuur in Palestina.
- 36 10 jaar BDS-Israël: “een strategische bedreiging van de eerste orde”
- 39 Palestijnen en de dilemma’s van de solidariteit
Een abonnement kost 35 euro te storten op BIC INGBNL2A, IBAN NL21INGB0002047409 t.n.v. Stichting Palestina Publikaties, Amsterdam.
- Standpunt over de huidige crisis van de UNRWA en het verzekeren van de fundamentele rechten van de Palestijnse vluchtelingen.
Uitgegeven door de Palestijnse Raad voor mensenrechtenorganisaties
Wij, ondergetekende leden van de Palestijnse Raad voor mensenrechtenorganisaties (PHROC), aangespoord door de huidige financieringscrisis waarmee de UNRWA wordt geconfronteerd, drukken onze collectieve bezorgdheid uit over deze zeer verontrustende ontwikkelingen. We verlangen de onmiddellijke invoering van billijke en doeltreffende corrigerende maatregelen en een dringende herziening van de benadering, door de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap, van de bescherming van de Palestijnse vluchtelingen, een gemeenschap die nu al meer dan 7 miljoen mensen omvat.
Dit chronisch financieringstekort in het belangrijkste budget van de UNRWA, nodig voor het uitvoeren van zijn essentiële programma’s, bedraagt momenteel US $101 miljoen (dit bedrag omvat niet de begroting nodig voor aanvullende programma’s en projecten van de UNRWA). Dit heeft o.m. voor een half miljoen Palestijnse studenten, verspreid over het Midden-Oosten – onder hen 32 000 studenten in de bezette Palestijnse gebieden (oPt) geleid tot het voorgestelde uitstel van het academisch jaar en een mogelijke toepassing van verplichte niet-betaalde vakantie voor ongeveer 23 000 medewerkers (60% van hen zijn in de oPt). Zonder afbreuk te doen aan de rechten en eisen van de UNRWA-werknemers, is het volstrekt onrechtvaardig dat vluchtelingen de gevolgen moeten dragen van de budgettaire crisis van de UNRWA. Toegang tot onderwijs is niet alleen een fundamenteel mensenrecht, maar een cruciale bouwsteen van een gezonde, stabiele en goed functionerende samenleving. Zorg voor onderwijs is daarom niet minder belangrijk dan andere essentiële humanitaire diensten. Het uitstel van het academisch jaar betekent een persoonlijke tragedie voor studenten, maar ook een indirecte vorm van straf voor het Palestijnse volk. De uitvoering van dergelijke administratieve noodmaatregelen door de UNRWA betekent als zodanig een inbreuk op de mensenrechten van vluchtelingen, alsmede een duidelijke afwijking van het mandaat van de UNRWA.
Bovendien zal dit financieringstekort verdere druk zetten op de gaststaten die zelf op volle toeren gaan draaien en lijden aan chronische onderfinanciering van hun bescherming van vluchtelingen. Niet alleen berokkent dit in de praktijk schade aan de vluchtelingen, maar het veroorzaakt ook een gevaarlijk precedent in het beleid, in zover UNRWA er geleidelijk in slaagt zich te ontdoen van zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van degenen aan wie het is gemandateerd om diensten te verlenen.
Dit mandaat is in zijn huidige vorm immers in zijn begrip “bescherming” al enger dan de bescherming die wordt geboden door het volkenrecht. Vandaar ook dat benadrukt moet worden dat internationale bescherming moet worden beschouwd als fysieke bescherming (dat wil zeggen zorgen voor veiligheid en beveiliging), rechtsbescherming (zorgen voor fundamentele mensenrechten, met inbegrip van verantwoordingsplicht en de niet-herhaling van internationale misdaden, in het bijzonder die, in het geval van de Palestijnen, bestaan uit gedwongen volksverhuizingen en deportatie), en humanitaire hulp (met inbegrip van de verstrekking van noodhulp, schuilplaatsen, gezondheidszorg en essentieel onderricht).
Ondanks dit eng geïnterpreteerde mandaat moet het belang van de UNRWA voor de Palestijnse vluchtelingen niet worden onderschat. In veldonderzoek, uitgevoerd met Palestijnse vluchtelingen in 2015 op de Westelijke Jordaanoever, in de Gazastrook, Jordanië en Libanon door het BADIL Resource Center voor Palestijnse residentie- en vluchtelingenrechten, werd een gebrek aan of afwezigheid van humanitaire hulp geïdentificeerd als het meest dringende tekort aan bescherming, terwijl dit tekort volgens 89% van de ondervraagden in alle vier de regio’s een aanzienlijke impact had op de stabiliteit in het Midden-Oosten in het algemeen. De leidende rol van de UNRWA bij de aanpak van dit tekort is dus van zeer groot belang, terwijl het besef van het bestaan van het Agentschap onder Palestijnse vluchtelingen wijdverbreid is. Bovendien is de perceptie van de effectiviteit van de UNRWA bij het aanpakken van het tekort aan humanitaire hulp merkwaardig hoog, vooral onder de mensen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever.
Zodoende is het feit dat UNRWA zijn mandaat moet vervullen een essentieel uitgangspunt in elke discussie over de huidige benarde toestand van de Palestijnse vluchtelingen. De UNRWA in staat stellen om de essentiële diensten te verlenen is de verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties en van derde staten, niet die van de gaststaten of van de vluchtelingen zelf. De leden van PHROC herinneren daarom aan het grote belang van een adequate financiering van de UNRWA, zodat die zowel dit essentiële mandaat kan vervullen als kan voorkomen dat nationale regeringen overbelast geraken. Daaruit volgt dan vanzelf, dat de aanpak van deze financieringscrisis – als gevolg van een grote terugval van vrijwillige bijdragen van lidstaten, gecombineerd met een toenemende Palestijnse vluchtelingenpopulatie, een toenemende graad van armoede binnen die populatie en de afwezigheid van internationale bescherming waarop de Palestijnse vluchtelingen recht hebben – als een topprioriteit moet behandeld worden door zowel de Algemene Vergadering van de VN als de Secretaris-Generaal.
Nochtans tonen de recente ontwikkelingen aan dat de huidige crisis verder reikt dan de kwestie van cash flow. Een fundamenteel gebrekkige en totaal niet duurzame bescherming van Palestijnse vluchtelingen wordt aan het licht gebracht De dringende vraag is zeker niet hoe aan de voortdurende toenemende nood aan essentiële diensten moet worden tegemoet gekomen, maar veeleer hoe die nood kan worden verminderd. Hiertoe is de implementatie nodig van een duurzame oplossing voor meer dan 7 miljoen Palestijnse vluchtelingen in overeenstemming met het internationaal recht, resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de VN van 1948 en van resolutie 237 van de VN-Veiligheidsraad van 1967. Vermindering van de nood houdt noodzakelijkerwijze ook in dat de secundaire gedwongen verplaatsingen vanuit gastlanden worden aangepakt, die – zoals gebleken is in Syrië en in de Gazastrook – massaal menselijk leed hebben gegenereerd en de reeds schaarse humanitaire middelen verder hebben doen wegvloeien.
Zo zijn de Palestijnse vluchtelingen het slachtoffer geworden van een collectieve kortzichtigheid, die verzuimt om in gezamenlijke inspanning de oorzaken aan te pakken die aan de basis liggen van de gedwongen verplaatsingen. Men laat na om tot een rechtvaardige en duurzame oplossing te komen voor deze wel erg langlopende vluchtelingencrisis. Een dergelijke oplossing vereist een samengaan van humanitaire en juridische maatregelen, die voluit politiek ondersteund wordt.
De nood hieraan werd erkend door de Algemene Vergadering van de VN onmiddellijk na de Nakba in 1948 en is weerspiegeld in een speciaal regime van VN-agentschappen die tot doel hebben om de bescherming te verzekeren van de Palestijnse vluchtelingen. Dat speciaal regime van VN-agentschappen bestaat uit de Verzoeningscommissie van de Verenigde Naties voor Palestina (UNCCP), het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) en de UNRWA –. De internationale gemeenschap liet deze voorziening mislukken, vooreerst door een gebrek aan zinvolle steun voor de UNCCP en meer recent door een collectief falen om een rechtvaardige en consistente uitvoering te bereiken van artikel 1(D) van de Vluchtelingenconventie van 1951. Wat nodig is, is een rechtvaardige en duurzame oplossing die de oorzaken identificeert en aanpakt die aan de basis liggen van zowel de voortdurende ontheemding van de Palestijnen als de verslechterende levensomstandigheden waaraan deze populatie onderworpen is; een oplossing waarbij de onvervreemdbare rechten van de Palestijnse vluchtelingen niet alleen erkend worden met woorden.
it kan wellicht alleen worden bereikt door de aanwezigheid van een volledig functionerend en volledig ondersteund Agentschap gewijd aan het nastreven van een dergelijke oplossing. Er is dus een duidelijke en dringende behoefte om de UNCCP nieuw leven in te blazen of het bestaande mandaat van UNRWA officieel uit te breiden. Recent onderzoek door BADIL onthult dat deze laatste optie grote steun geniet bij de Palestijnse vluchtelingen, met name in de Westelijke Jordaanoever.
Totdat een dergelijke oplossing wordt geïmplementeerd, blijft de rol van de UNRWA in het verstrekken van essentiële diensten aan de Palestijnse vluchtelingen echter absoluut noodzakelijk en die taak vraagt om snelle en adequate financiering. Als een voldoende financiering uitblijft, zullen ook de vele ontberingen voortduren die Palestijnse vluchtelingen moeten ondergaan.
De leden van de PHROC (Palestinian Human Rights Organizations Council) roepen daarom tot het volgende op:
- De UNRWA-commissaris-generaal moet de huidige focus van het Agentschap op de uitvoering van noodmaatregelen en bezuinigingen herzien. In plaats daarvan moet de UNRWA commissaris-generaal financieringsbronnen vinden voor de langere termijn .
- Dhr. Ban Ki-moon, in zijn hoedanigheid van Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en als voorzitter van het VN Hoofdbestuur van coördinatie (CEB) (het uitvoerend hoofd van alle VN-fondsen, programma’s en gespecialiseerde agentschappen) moet maatregelen nemen om het tekort aan financiering van de UNRWA aan te pakken en het Agentschap in staat te stellen zijn mandaat te vervullen.
- De UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) moet de juridische bescherming van Palestijnse vluchtelingen waarborgen.
- De Algemene Vergadering van de VN en de Secretaris-Generaal moeten overwegen om een resolutie in te dienen om voldoende en stabiele financiële middelen voor UNRWA te garanderen in het vervullen van haar mandaat.
- President Mahmoud Abbas moet – via de Arabische Liga, de Islamitische Conferentie Organisatie en niet-gebonden staten – een ontwerpbesluit opstellen voor de financiering van de kernbegroting van UNRWA met een bindende verplichting voor afzonderlijke staten. Dit plan moet een duurzame financiering van de UNRWA waarborgen. Dit in tegenstelling tot de huidige situatie, waarbij 97% van de essentiële begroting van de UNRWA afhankelijk is van vrijwillige bijdragen en subsidies.
12. Solidariteitsetentje 3 oktober Gent
Kom de traditionele Palestijnse keuken ontdekken op 3 OKTOBER 2015 en breng je vrienden mee!
Op het menu staan naast de befaamde Palestijnse schotel “Makloeba” (rijst, kip, bloemkool, wortelen en aubergines) ook heerlijke huisbereide hommus en fallafel (vegetarisch) en een oosterse ovenschotel.
Iedereen is welkom vanaf 17:30 u en vanaf 18u gaan we aan tafel. Behalve boeken en infomateriaal brengen we ook nieuw materiaal mee uit Palestina dat je doorlopend kan bekijken of kopen op onze stand. Er is ook een film en een projectvoorstelling voorzien.
De opbrengst van deze solidariteitsmaaltijd zal gebruikt worden voor het organiseren van de grote acties die worden opgezet ‘rode kaart voor Israël’ tegen de komst van de Israëlische voetbalploeg naar België. De acties maken deel uit van de wereldwijde BDS (boycot-desinvestering-sancties) campagne aan wie we ook een deel van de opbrengst zullen schenken.
Godshuishammeke 20 te 9000 Gent is goed bereikbaar met het openbaar vervoer:
met de trein tot aan het station Gent-Dampoort of
met de tram nr. 4 vanuit het station Gent-Sint-Pieters. Richting Gentbrugge Moscou naar de halte Coppinstraat.”
Reserveren vόόr 28 september via info@palestinasolidariteit.be met vermelding van naam, aantal personen/vegetariër/kinderen.
Prijs: 9 euro voor kinderen onder de 12 jaar en 15 euro voor volwassenen.
Storten op IBAN BE64 5230 8014 8852, BIC TRIOBEBB op naam van Palestina Solidariteit. Je kan ook ter plaatse betalen als je gereserveerd hebt.
Dank je voor je steun!
Organisatie: Palestina Solidariteit in samenwerking met Gents Actieplatform Palestina.
13. Schrijf eens een brief
Het is heel belangrijk om te reageren op de berichtgeving, op standpunten of op gebeurtenissen om uw mening bekend te maken. Volg het voorbeeld van onderstaande personen.
Reactie op “Israël is te klein voor Syrische vluchtelingen” Knack online 6.9.2015
“Israël staat niet onverschillig tegenover de humanitaire tragedie van de vluchtelingen uit Syrië en Afrika”. Israël staat wel onverschillig t.o.v. de Palestijnse vluchtelingen die het heeft verjaagd en die niet mogen terugkeren ondanks de VN-resolutie 194 van 11 december 1948 over het recht op terugkeer voor deze vluchtelingen.
Diane Huylebroeck
Brief van 19.7.2015 aan 2 leden van de Europese Volkspartij over de geplande sloop van Palestijnse huizen in Susiya door het Israëlische leger
Geachte heer Brok en Preda,
Ik vraag uw aandacht voor het volgende.
Van Betselem, de Israelische mensenrechten organisatie ontving de boodschap over de geplande sloop van huizen in Susiya ten zuiden van Hebron.
De timing van deze sloop is niet toevallig in de zomer, wanneer iedereen minder alert is.
Het verhaal van Susiya kan samengevat worden op de volgende manier.
Het Palestijnse door Khiret Susiya bestaat op zijn minst sinds rond 1830. De bewoners leven traditioneel van het hoeden van schapen en het telen van olijfbomen. In 1983 werd de Israëlische nederzetting Susiya naast het dorp opgericht op Palestijns land, waarvan Israël zei dat het van de de staat was.
In 1986 leefden er ongeveer 25 families in Khirbet Susiya in grotten en structuren. Dat jaar verklaarde de Civiele Administratie dat het land van het dorp een archeologische site was. Het land werd ingelelijfd voor publieke doeleinden en het Israëlische leger zette de bewoners uit hun huizen. Omdat ze geen andere optie hadden, vestigden de families zich in andere grotten in het gebied en in schuilhutten met een dun houten frame en in tenten die zij zetten op landbouwgrond een paar honderd meter ten zuidoosten van het oorspronkelijke dorp en de archeologische site.
Het leger zette de bewoners verschillende keren uit.
In de jaren die volgden leefden de bewoners in onmogelijke omstandigheden. Enerzijds moesten ze huizen en structuren voor hun kuddes oprichten, nadat het leger de eerdere had verwoest. Aan de andere kant weigerde de Civiele Administratie om een ontwikkelingsplan te maken, zodat de bewoners op een legale manier hun woningen konden bouwen.
De inwoners werden gedwongen illegaal te bouwen en de Civiele Administratie vaardigde slooporders uit.
De internationale gemeenschap stelt dat Israël geen rechten heeft in de bezette gebieden. Toch verklaart Israël structuren in de zogenaamde C-zone illegaal.
In 2011 sloopte de Civiele administratie 10 structuren die bewoond waren, 6 commerciële structuren en vier bronnen.
Op het ogenblik leven ongeveer 250 mensen in Khiret Susiya.
Sinds 2001 hebben Israëlische kolonisten illegale voorposten gebouwd. Ze verhinderen Palestijnse dorpsbewoners om naar hun land te gaan. De kolonisten vernielden straffeloos weidegrond, velden, bomen en waterreservoirs.
Zie verder het uitgebreide verhaal van Betselem.
Alleen een sterk nee van politieke leiders kan voorkomen dat de Israëlische autoriteiten het de bestaansgrond van Palestijnen in Susiya vernietigt.
Daarom roep ik u op om een sterk protest tegen dit Israëlische voornemen om huizen te vernietigen in Susiya
Jart Voortman
Buizingen
14. Kalender
Zaterdag 19 september Manifiesta:
- 13u Intal debat met Riya Hassan (Palestijnse en vertegenwoodigster van de BDS-campagne in Europa), Staf Versluys Centrum, Kapelstraat 76 te 8450 Bredene.
- stand Palestina Solidariteit.
Donderdag 1 oktober 19u Café Palestine: Café Monk, Sint-Katelijnestraat 42 te 1000 Brussel.
Zaterdag 3 oktober vanaf 17u30 Solidariteitsetentje met Palestijnse schotels (makloeba, hommus en falafel), boekenstand, film en projectvoorstelling. Thema “Rode kaart voor Israël”. Prijs: 9 euro voor kinderen onder de 12 jaar en 15 euro voor volwassenen. Inschrijven vόόr 28 september via info@palestinasolidariteit.be. Adres: Godshuishammeke 20 te 9000 Gent. Met de trein afstappen aan Dampoort of Gent Sint-Pieters en daarna tram 4 Richting Gentbrugge Moscou naar de halte Coppinstraat.
Dinsdag 13 oktober Brussel: UEFA-voetbalmatch België-Israël.
24 oktober Ieper : Fenixzaal, Leopold III-laan: stand Palestina Solidariteit.
Donderdag 5 november 19u Café Palestine: Café Monk, Sint-Katelijnestraat 42 te 1000 Brussel.
21 en 22 november wereldmarkt Landen: stand Palestina Solidariteit.
Donderdag 3 december 19u Café Palestine: Café Monk, Sint-Katelijnestraat 42 te 1000 Brussel.
[1] Zie de film http://www.rtbf.be/info/regions/detail_debordements-au-match-charleroi-jerusalem-des-fumigenes-interrompent-brievement-la-partie?id=9034059
Nog beelden: http://www.dhnet.be/galerie/en-images-des-incidents-emaillent-charleroi-beitar-jerusalem-55a806a135708aa43700fa70
[2] http://www.dhnet.be/sports/football/europe/c2/europa-league-israel-va-enqueter-sur-l-emeute-a-charleroi-55a95ba835708aa437070c53
[3] Zie: https://www.youtube.com/watch?t=31&v=9q1jf4Z5bDE
[4] Zie Israëlische pers en https://electronicintifada.net/blogs/jalal-abukhater/watch-espn-documentary-exposes-israels-racist-football-club
[5] https://web.archive.org/web/20140720132947/http://europalestine.com/spip.php?article8031
[6] http://www.haaretz.com/life/sports/.premium-1.665233
[7] Lees volgend bericht van het agentschap Reuters dat onze media vermoedeljk niet heeft gehaald: http://www.haaretz.com/news/israel/1.655755 .
[8] http://www.haaretz.com/life/sports/.premium-1.652746
[9] http://www.pourlapalestine.be/index.php?option=com_content&view=article&id=1557%3A-football-israelien-racisme-et-politique-la-face-peu-reluisante-du-beau-jeu&catid=1%3Alatest-news&Itemid=1
[10] http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/.premium-1.656254
[11] http://www.standaard.be/cnt/dmf20150529_01704759
[12] http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/.premium-1.659004
Andere bijtende artikels van Amira Hass die onze ‘vrije’ media niet halen: http://www.haaretz.com/misc/writers/amira-hass-1.278