Twee reacties op de tekst van Benoit Lannoo
(https://www.dewereldmorgen.be/schrijver/benoit-lannoo/)
1. Israël is geboren uit oorlog en niet opgericht in 1948 door de VN!
Historische leugens worden nog elke dag verspreid via allerlei media. Zo ook vandaag weer door Benoit Lannoo : “De staat Israël is geen “gestolen land” want in 1948 opgericht door de Verenigde Naties.”
Ter verduidelijking: In de Verenigde Naties ontstaat in 1947 het verdeelplan van VN- resolutie 181:
– De bevolking in Palestina werd eind 1947 – begin 1948 op 1.912.000 inwoners geschat, van wie 1.303.887 Palestijnen (of 68,1 % van de bevolking) die 93 % van de grond bezaten.
– Het verdelingsplan van de V.N. voorzag in drie deelstaten:
- een Arabische staat (44% van Palestina) met 725.000 Palestijnen en een 10.000 joden en
- een joodse staat (55% van Palestina) met, tenminste op papier, een joodse meerderheid (498.000 joden tegen 407.000 Arabieren). Maar men ‘vergat’ de 105.000 Bedoeïenen te tellen. Als men deze mensen, die effectief in de voorziene joodse staat woonden (vooral in de Negev), in rekening bracht, was er een Palestijnse meerderheid in de joodse staat (512.000 Palestijnen tegenover 498.000 joden).
- Jeruzalem (met een lichte Palestijnse meerderheid (105.000 Palestijnen en 100.000 joden) en Bethlehem (1%), dat onder internationaal statuut zou komen
- Het plan voorziet een economische unie tussen de twee staten en de sector Jeruzalem-Bethlehem.
Dit plan is een aanbeveling van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) en dus geen beslissing. Het wordt uiteindelijk nooit uitgevoerd. Zowel joden als Palestijnen verwerpen het verdeelplan.
Er is nooit een overdracht gebeurd van het Mandaat Palestina van Groot-Brittannië naar de VN, en van de VN naar de joodse en Palestijnse staat. Dat was voorzien in de zomer van 1948. Maar omwille van de oorlog is dit nooit gebeurd.
Israël ontstaat dus niet als gevolg van een VN-beslissing maar als gevolg van de geplande etnische zuivering die tijdens de oorlog van 1948 werd uitgevoerd.
Dit was geen ‘gewone’ oorlog. Israël ontstond nadat 78 % van Palestina doelbewust etnische gezuiverd was: 531 Palestijnse dorpen werden verwoest en ontvolkt en 11 stadswijken en steden. Het was een gedwongen transfer van honderdduizenden Palestijnen zonder enige militaire reden, en dus een misdaad tegen de menselijkheid.
De joodse staat, Israël, bestrijkt ca. 4/5 van het grondgebied van Palestina (nl. 78 %). Een veel groter gebied dan wat in het verdelingsplan van 1947 was voorzien. Grote delen van Galilea en de Negev, die waren toegewezen aan de Arabische staat, net als de steden Jaffa, Nazareth, Akka en Beersheba werden zo Israëlisch gebied. Israël werd dus niet opgericht door een goedkeuring in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Israël was niet het resultaat van het verdelingsplan. Evenmin kreeg Israël zijn onafhankelijkheid van de Britse mandaatmacht. Israël werd uit oorlog geboren.
Het is dus wel degelijk een gestolen land: alle eigendommen van de gevluchte en verdreven Palestijnen werden in beslag genomen en de Palestijnen kregen er nooit één eurocent schadevergoeding voor.
Bovendien bestaat Israël pas van in 1949 (en niet van 1948), toen door het door de VN opgenomen werd als staat (maar zonder definitie van haar grenzen). In 1948, toen de zionisten eenzijdig de onafhankelijkheid uitriepen, hadden ze slechts 13% van het historische Palestina onder controle en dus zeker niet de 78% die nu als Israël erkend wordt.
Bijkomende info:
Op 27 april 1969 hield de Amerikaanse rabbijn Elmer Berger in de staatsuniversiteit van Louisiana een voordracht, waarin ook het verdelingsbesluit van november 1947 ter sprake kwam. Volgens hem heeft de zionistische propaganda aan veel mensen een verkeerd beeld gegeven van wat de V.N. toen in werkelijkheid gedaan hebben.
“In de eerste plaats was het alleen een aanbeveling. De Algemene Vergadering die de verdelingsresolutie voorstelde en aanvaardde, had toen nog niet het gezag om iets anders te doen dan aanbevelen.
Ten tweede, de verdeling was niet onvoorwaardelijk. Ze moest vergezeld gaan van een economische unie en het toekennen van een internationaal statuut aan Jeruzalem.
Ten derde, aan de Veiligheidsraad werd opgedragen het verdelingsplan te verwezelijken, zo mogelijk met vreedzame middelen”.
Welnu, feit is dat aan geen van die voorwaarden ooit is voldaan. De Arabieren verwierpen het idee van verdeling in zijn geheel, zoals zij ook al eerder met dergelijke voorstellen hadden gedaan. De zionisten waren gekant tegen een concreet voorstel en aanbevolen grenzen, en zij waren verdeeld. Meer strijdbare groepen onder hen, stilzwijgend gesteund door de officiële zionistische structuur, begonnen begin 1948, nog voordat de verdeling zou ingaan, plannen te ontwikkelen en uit te voeren met een tweevoudige bedoeling, nl. het gebied van de voorgestelde ‘joodse staat’ te vergroten, en de omvang van de daar wonende Arabische bevolking te verminderen.
De situatie eind 1947 en begin 1948 was volgens een kenner van het internationaal recht, Quincy Wright, ‘een burgeroorlog in rechtsbevoegdheden op het gebied Palestina’.
De situatie was zo ernstig en het verdelingsplan bleek zo weinig uitvoerbaar, dat de Veiligheidsraad op 1 april 1948 een resolutie aannam om in een speciale zitting van de Algemene Vergadering het probleem Palestina opnieuw te bekijken.
Die zitting vond plaats op 20 april, en vooral de VS pleitten voor het opgeven van de verdeling en het vestigen van een ‘trusteeship’ (organisatie van toezicht) van de V.N. over Palestina. Terwijl dit voorstel nog ter discussie stond, verklaarde de zionistische schaduwregering op 15 mei 1948 geheel eenzijdig de onafhankelijkheid van de staat Israël. (Lucas Grollenberg, Voor een Israël zonder grenzen, Bilthoven 1970, p. 77-79)
2. Alle kritiek op Israël blijven af doen als antisemitisme lijkt een zeer goed en afdoend middel te zijn om iedereen, links activist, moslimactivist, journalist, politicus, of Kerk in België het zwijgen op te leggen.
Zelfs Benoit Lannoo, als kerkhistoricus, springt in zijn pen om het zogenaamde antisemitisme de kop in te drukken. Het zou hem tot eer strekken als hij met evenveel energie en penkracht zou strijden om niet alleen het racisme te bestrijden dat aanleiding was tot de Holocaust, maar het huidige racisme dat elke dag duidelijker wordt in de Israëlische politiek
en waar heel onze Belgische politiek en ook Kerk medeplichtig zijn door het laffe zwijgen.
Inderdaad de Holocaust is een enorme misdaad in onze geschiedenis, en waar tegen we alert moeten zijn op alle vlakken opdat herhaling zou vermeden worden. Maar gelijktijdig blind zijn voor het huidige racisme van de staat Israël, dat een land vernietigde en roofde,
Palestina, en haar volk, de Palestijnen, tot in het diepste van hun mens-zijn en waardigheid niet alleen aantast, maar probeert te laten verdwijnen van de aardbol en dit op een zeer subtiele wijze, zodat het niet eens gemerkt wordt en niemand zich hiertegen verzet.
Woorden zijn niet voldoende, veroordelingen zonder daadkracht hebben geen waarde. Als je je als christen wenst te definiëren, moet je in de eerste linies van de strijd staan om dat onrecht, dat nu al meer dan 70 jaar bezig is, te doen stoppen. Getuigen zijn van wat er gebeurt, is niet voldoende. Zwijgen of anderen het zwijgen proberen opleggen, is medeplichtig zijn aan de misdaden tegen de menselijkheid die in Israël/Palestina voor onze ogen gebeuren.
Het gaat vandaag niet om de Holocaust die nu bijna 80 jaar geleden gebeurde, vandaag gaat het om de Palestijnse tragedie, waarvoor het grote publiek het hoofd afwendt, waarvoor politici en journalisten zich kronkelen om dit zo weinig mogelijk in de aandacht te brengen.
“de blokkering van het dagelijkse leven, verdrijving van mensen, vernietiging van eigendommen in de Bezette Gebieden is inderdaad misdadig.”. Inderdaad, zoals Dhr Lannoo schrijft: je hebt geen antisemitische ‘stijlfiguren’ nodig om dit aan te klagen! Maar wel mensen, historici, politici, journalisten, kerkleiders, die de moed hebben om dagelijks de juiste achtergrond van het conflict brengen, die dagelijks oproepen om deze misdaden die voor onze ogen gebeuren, te stoppen. Dagelijks….!
Kent men de implicaties wel van het verdedigen van een joodse staat? Een joodse staat geeft alleen rechten aan joden en niet aan al zijn burgers. Dit is aldus het tegengestelde van een democratische staat, waarin alle burgers dezelfde rechten en plichten hebben. In de Natiewet van 2018 was Israël heel duidelijk: alle rechten enkel voor joden.
Laat het duidelijk zijn: Israël als joodse staat blijven verdedigen betekent dus dat je racisme en apartheid steunt!
Eisen dat Israël democratisch wordt, betekent niet dat je alle joden in de zee wenst te drijven, zoals de propaganda ons wilt doen geloven. Het betekent alleen dat joden en Palestijnen dezelfde rechten krijgen. Als dat zou gebeuren, is er geen ‘joodse staat’ meer, maar wel een democratische staat waar joden en Palestijnen in vrede kunnen leven, met dezelfde rechten.
En niet alleen met woorden veroordelen, maar met daden, zoals tientallen jaren geleden de Apartheid in Z-Afrika werd gestopt door een boycot van Z-Afrika, zo moeten ook allen dezelfde, geweldloze acties ondernemen om Israël te dwingen democratisch te worden.
Wie Israël vandaag nog als een ‘normale’ staat behandelt en dus aan ‘normalisatie’ wil doen van bezetting en voortdurende etnische zuivering, moet dringend in eigen boezem kijken!