In een gedetailleerd rapport beschrijft mensenrechtenorganisatie B’tselem de geschiedenis van de wijk Al-‘Esawiyah in Oost Jeruzalem.
Sinds 1967 heeft Israël 90% van het grondgebied onteigend. Dit is de belangrijkste oorzaak voor de armoede in de wijk.
Een tweede factor voor de achteruitgang van de wijk is het ontbreken van enige planning. Plannen die de bevolking zelf ontwikkelde, werden tegengehouden. Het door Israël gehanteerde plan van 1991 is geen plan, maar een nadere omschrijving van het verbod op bouwprojecten. Het feit dat men noodgedwongen zonder toestemming bouwt, creëert grote onzekerheid bij de bewoners. Het huis kan afgebroken worden en men kan torenhoge boetes krijgen. Die boetes zijn zo hoog dat ze voor Israël een bron van inkomsten zijn.
Sinds een jaar is er een nieuwe campagne om het leven van de inwoners zuur te maken. Zonder enige aanleiding komen speciale patrouilles de wijk binnen. Ze zijn van top tot teen gewapend om met hun jeeps, busjes en drones te intimideren. Hoofdwegen worden willekeurig afgesloten. Diep in de nacht trekken patrouillewagens met schallende luidsprekers door de wijk. Willekeurige bewoners worden onder schot gehouden. Inspecties van auto’s en tassen (ook die van schoolkinderen) laten voortdurend voelen wie er de baas is. Winkels krijgen zonder aangegeven reden het bevel om te sluiten. Honden doorzoeken winkels. Huiszoekingen vinden plaats zonder rechtsgeldigheid. Minderjarigen worden onder valse beschuldigingen gearresteerd.
Dit alles roept uiteraard opstandige reacties op bij de bevolking en dat kan dan weer een rechtvaardiging zijn voor alle willekeurige operaties. De politie schiet met granaten en rubberen kogels. Weerloze burgers worden geslagen.
Het oogmerk achter deze acties is overduidelijk. Palestijnen zijn ongewenste burgers. Het stadsbestuur van Jeruzalem doet er alles aan om joden privileges te geven en Palestijnen het leven onmogelijk te maken.