Op 13 december zeiden kolonisten van Kiryat Arba in Hebron dat ze het huis van Atta Jaber gingen vernietigen. Atta was erg bezorgd. Gelukkig kwam het leger om zijn familie te beschermen. Dezelfde dag werd een bouwwerk ter grootte van een kamer naast Atta’s huis geplaatst. De familie Jaber duwde de constructie omver.
Al dertig jaar worden Atta en zijn vrouw Rudina op vele manieren bedreigd. De familie werd uit hun huis gegooid. Een paar dagen woonden de kolonisten erin. Daarna staken ze het in brand. Ontelbaar vaak werden de oogsten vernietigd door gif en werden irrigatiepijpen doorgesneden. Israël verklaarde dat Atta’s land van de staat was, ondanks het feit dat hij nog eigendomspapieren had uit de Ottomaanse tijd. Desondanks werd steeds meer land van de Jaber familie in beslag genomen. In 2018 werden bulldozers ingezet om zijn oogst te vernietigen en zijn boomgaarden te verwoesten. Wat over is, is slechts 1% van het oorspronkelijke land.
In 1998 werd het verwoeste huis van de familie Jaber weer opgebouwd door de organisatie ICAHD, een vereniging tegen de vernietiging van huizen. Het was hun eerste project. Het huis werd herbouwd. Maar een maand later werd het opnieuw verwoest. Zo werd het huis voor de tweede keer herbouwd.
Van de andere kant wordt Atta’s huis bedreigd door een rondpunt dat aangelegd wordt om makkelijk toegang te verlenen tot de Kiryan Arba nederzetting.
Het is belangrijk dat het bedreigde bestaan van het gezin Jaber bij politici bekend gemaakt wordt.