Ā© Foto: Belgisch parlement, KoS, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons
VRAGEN OVER DE NIEUWE EXTREME REGERING IN ISRAĆL
Het recente aantreden van de nieuwe regering in Israƫl lokte internationaal felle reacties uit, gezien het extreme ideeƫngoed van heel wat ministers die deel uitmaken van deze regering. Ook in het federale parlement werden hierover aan de minister van Buitenlandse Zaken heel wat vragen gesteld.
Wouter De Vriendt (Groen) wees op het feit dat deze nieuwe IsraĆ«lische regering de meest extreemrechtse regering ooit moet zijn, met zƩƩr radicale partijen en extremistische kolonisten die een belangrijke ministerpost kregen. Hij wees ook op het regeerakkoord dat duidelijk de rechten van de Palestijnse bevolking op het land ontkent en beleidsvoorstellen voor de annexatie van Palestijns bezet gebied bevat. De Vriendt stelde daarom aan de minister van Buitenlandse Zaken heel wat vragen, onder meer of de minister bereid is de IsraĆ«lische annexatieplannen te veroordelen en werk te maken van een handelsverbod met de illegale IsraĆ«lische nederzettingen. De Vriendt vroeg de minister ook of zij bereid is om te pleiten voor de opschorting van het EU-IsraĆ«l-Associatieakkoord en de bevriezing van het partnerschap tussen Interpol en de IsraĆ«lische politie. Verder vroeg De Vriendt of de minister van de IsraĆ«lische regering zou eisen om de beschuldigingen in te trekken tegen de Palestijnse ngoās die onterecht bestempeld worden als āterroristische organisatiesā.
Steven De Vuyst (PVDA-PTB) wees op de nieuwe uitbarsting van geweld tegen de Palestijnse bevolking in bezet gebied, sinds het aantreden van de nieuwe extremistische IsraĆ«lische regering. Hij wees onder andere op de aanval van kolonisten op Huwara, bij Nabloes, waarbij kolonisten vele uren lang te keer gingen en minstens 15 huizen en 25 autoās in brand staken. Bij die aanval van de kolonisten vielen daarenboven ook honderden gewonden. Minstens even erg was het feit dat zowel het IsraĆ«lische leger als de IsraĆ«lische regering het geweld niet verhinderden maar in bepaalde gevallen zelfs toejuichten. Steven De Vuyst vroeg wat het standpunt van de Belgische regering hierrond is, en welke stappen de minister via de regering, en via de Verenigde Naties, zal ondernemen om dit geweld tegen te gaan.
Simon Moutquin (ECOLO-GROEN) stelde dat 2022 een āannus horribilisā was voor de Palestijnen, met 230 Palestijnen die werden gedood, 10 000 Palestijnen die werden gewond, en 6500 Palestijnen die werden gevangengezet. Bovendien werden er 3400 raids uitgevoerd door het IsraĆ«lische leger, was er de IsraĆ«lische beslissing om de Palestijnse bevolking uit Masafar yatta massaal te verdrijven, de moord op Palestijnse journaliste Shireen Abu Akleh, en de nieuwe extreemrechtse regering die in IsraĆ«l aan de macht kwam. Na de opsomming van deze feiten vroeg Simon Moutquin aan de minister wanneer we IsraĆ«l eindelijk gaan sanctioneren. Hij wees naar het voorbeeld van OekraĆÆne dat duidelijk aantoont dat het mogelijk is voor Europa om tegen oorlogsmisdaden op te treden.
Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib citeerde in haar antwoord de gewezen IsraĆ«lische eerste minister YaĆÆr Lapid die deze nieuwe regering de meest extremistische regering noemde sinds de oprichting van IsraĆ«l. Zij stelde ook dat zij de nieuwe IsraĆ«lische regering zou beoordelen op haar daden, en dit ook had kenbaar gemaakt aan haar nieuwe IsraĆ«lische ambtgenoot. De minister stelde dat, wanneer IsraĆ«l zou overgaan tot de annexatie van bepaalde delen van bezet Palestijns gebied, ons land tegenmaatregelen zal nemen met gelijkgezinde Europese lidstaten. Zij benadrukte ook dat het regeerakkoord voorziet in nieuwe maatregelen voor een differentiatiebeleid ten aanzien van de IsraĆ«lische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. In dat kader hebben de FOD FinanciĆ«n en de FOD Economie hun inspanningen op de controle van de goederen die afkomstig zijn uit IsraĆ«l en uit de nederzettingen fors opgedreven. Voor goederen die afkomstig zijn uit de nederzettingen mag er geen voorkeurtarief worden gehanteerd. Minister Lahbib merkte ook op dat de regering met gelijkgezinde EU-lidstaten beslist heeft om het differentiatiebeleid te versterken, en om dit aan te kaarten bij de Europese Commissie. Met betrekking tot de VN-databank van bedrijven die actief zijn in de nederzettingen heeft BelgiĆ« besloten die richtsnoeren met betrekking tot bedrijven en mensenrechten te respecteren, en pleit zij ook voor een update van die databank en voor de toekenning van voldoende fondsen voor de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bij de VN. Wat betreft de Palestijnse ngoās die door de IsraĆ«lische regering worden gebrandmerkt als āterroristische organisatiesā stelde de minister ook duidelijk dat zij onschuldig zijn tot het tegendeel bewezen wordt. De door de IsraĆ«lische regering aangeleverde informatie is niet van die aard om het standpunt van de regering daarover te wijzigen.
Wouter De Vriendt (Groen) en Malik Ben Achour (PS) reageerden relatief tevreden op de reactie van minister van Buitenlandse Zaken Lahbib maar vroegen toch of het differentiatiebeleid enkel beperkt gaat blijven tot het etiketteren van producten uit de illegale nederzettingen of dat de Belgische regering producten uit de Israƫlische nederzettingen in bezet gebied ook zal verbieden? Wouter De Vriendt wees ook op het feit dat beslissingen van de nieuwe Israƫlische regering aantonen dat de annexatie van Palestijns bezet gebied, door Israƫl, effectief bezig is en vroegen de minister om ook stappen te zetten om dat beleid te veroordelen.
Bron :https://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/55/ic1020.pdf
BEVINDINGEN UIT RAPPORT āDONāT BUY INTO OCCUPATIONā
Steven De Vuyst (PVDA-PTB) wees in een vraag in de Commissie Buitenlandse Zaken op de bevindingen die aan het licht kwamen dankzij het, eind vorig jaar verschenen, rapport āDonāt buy into occupationā, opgemaakt door een coalitie van Europese middenveldorganisaties. Die coalitie onderzocht de financiĆ«le relaties tussen Europese financiĆ«le instellingen en bedrijven die actief zijn in de illegale IsraĆ«lische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden. Daaruit bleek dat heel wat Belgische banken en bedrijven betrokken zijn bij de IsraĆ«lische kolonisatie van Palestijns bezet gebied. Steven De Vuyst vroeg de minister of zij al kennis genomen had van het rapport, welke conclusies zij daaruit trok, en welke stappen zij zou ondernemen om dit soort praktijken te verhinderen in de nabije toekomst. Hij vroeg ook of BelgiĆ« zal pleiten om deze praktijken te stoppen nu het binnenkort terug zitting neemt binnen de VN-Mensenrechtenraad.
Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib antwoordde zeer duidelijk dat de nederzettingen geen deel uitmaken van Israƫl en bijgevolg niet onder de EU-Israƫl-associatieovereenkomst vallen. De daar geproduceerde producten komen niet in aanmerking voor voordelige tarieven en bedrijven worden niet geacht daar te zijn.
Steven De Vuyst (PVDA-PTB) verklaarde toch ontgoocheld te zijn omdat hij het antwoord van de minister onvoldoende achtte. Hij wees op het feit dat de Israƫlische regering de facto verder gaat met de annexatie van Palestijns gebied en vroeg wanneer de regering eindelijk Ʃcht actie gaat ondernemen hiertegen. Hij wees ook op het feit dat Belgiƫ aandeelhouder is van een aantal belangrijke instellingen, waaronder Belfius, en kan dus, aldus De Vuyst, wel degelijk zƩlf actie kan ondernemen. Verder wees hij op het feit dat het differentiatiebeleid tegenover de Israƫlische nederzettingen niet ver genoeg gaat en dat er gewoon een verbod zou moeten komen op de import van deze nederzettingenproducten.
Anja Vanrobaeys (Vooruit) stelde dat minister Lahbib heldere standpunten innam en dat haar standpunten evolueren rekening houdend met de situatie op het terrein, maar dat zij en haar partij toch op hun honger blijven zitten. Zij verwees naar āextreemrechts dat daar aan de macht is, de democratie die in gevaar is, het geweld escaleert, en de mensenrechten worden daar geschondenā. Zij pleitte daarom eveneens voor een concrete erkenning van de Palestijnse staat, en voor een bilateraal verbod op producten die vervaardigd zijn in de (IsraĆ«lische nederzettingen in de) bezette gebieden, erop wijzend ādat we dat niet alleen verschuldigd zijn aan de Palestijnen maar ook aan de democratische krachten in IsraĆ«lā. Zij besloot verder dat het āook in ons belang is dat daar stabiliteit komtā.