© Foto: Hanay, CC BY 4.0 <https://creativecommons.org/licenses/by/4.0>, via Wikimedia Commons
Drie dagen na de slachtpartij in de kibboets Kfar Azza zijn er nog steeds veel lijken die niet begraven zijn. Ze liggen in hun huis of langs de weg. Je kunt de dood ruiken.
Er zijn geen bewoners meer in Kfar Azza. Ze zijn omgekomen, gewond, ze worden gemist of ze zijn gegijzeld.
Veel huizen zijn verwoest door brandstichting of explosieven.
Maar we zien nog steeds spandoeken van protest tegen Netanyahu. In plaats van de Davidster zien we veelvuldig het woord ‘Vrede’. Een grote groep bewoners is dus tegen de militaire bezetting en voor het vreedzaam samenleven van joden en Palestijnen.
In de kleinere huizen waren veel jonge mensen, soms met baby’s. Ook deze huizen hadden ‘safe rooms’, maar daar kon makkelijk doorheen gebroken worden. Soms werden deze ruimtes in brand gestoken en bleven alleen geblakerde wanden over.
Een enkele keer konden mensen gered worden.